Bijwoord
Bijwoorden zijn:
- woorden die een tijdstip aangegeven : nu, soms, vanavond, straks, daarna, momenteel, plotseling
- woorden die een plaats aangeven: er, daar, hier, daarginds, ergens, overal, rechts
- vraagwoorden als: waar, wanneer, waarom, wanneer, hoe
- woorden als: wel, toch, immers, niet, misschien, geenszins
- woorden
- die iets zeggen over een werkwoord:
De fietser rijdt hard.
- die iets zeggen over een ander bijwoord:
De test is bijzonder slecht gemaakt.
- die iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord:
In deze klas zitten veel zwakke leerlingen.