Werkwoorden (ww) geven aan:
Het zelfstandig werkwoord (zww) is het belangrijkste werkwoord van de zin. Door de vorm waarin het ww staat, weet je de tijd, zoals: tegenwoordige, verleden of toekomende tijd. Als een zin meer dan één ww heeft, is één daarvan een hulpwerkwoord en het andere een koppelwerkwoord of zww.
Voorbeeld
Jan zit (hulpwerkwoord) op zijn kamer huiswerk te maken. (koppelwerkwoord of zww.)
De radio staat veel te hard.
Het ww past zich aan het ow van de zin aan. Als het ow in de eerste persoon enkelvoud staat, moet het ww dat ook zijn.
Voorbeeld
In deze tijd kan een ww staan:
Op de volgende pagina's lees je over zwakke en sterke werkwoorden en over samengestelde werkwoorden.