Onderwerp

Zinnen bestaan uit zinsdelen. Het onderwerp (ow) is zo’n zinsdeel.
Vrijwel elke zin heeft een onderwerp.

Ben je op zoek naar het onderwerp van een zin, zoek dan eerst de persoonsvorm.
Als je de persoonsvorm hebt gevonden, stel dan de vraag:
Wie (Wat) + persoonsvorm? Het antwoord op die vraag is het onderwerp.

Voorbeelden

Zinnen bestaan uit zinsdelen. Het onderwerp (ow) is zo’n zinsdeel.
Vrijwel elke zin heeft een onderwerp.

Ben je op zoek naar het onderwerp van een zin, zoek dan eerst de persoonsvorm.
Als je de persoonsvorm hebt gevonden, stel dan de vraag:
Wie (Wat) + persoonsvorm? Het antwoord op die vraag is het onderwerp.

Voorbeelden

Bekijk de zin:
Op StudioNederlands vind je veel taaloefeningen.

Bekijk de zin:
Op StudioNederlands vind je veel taaloefeningen.

Een andere manier om het onderwerp te vinden, is door de persoonsvorm van de zin te veranderen van enkelvoud in meervoud of omgekeerd.
Als je dat doet, verandert het onderwerp mee.

Voorbeeld

Bekijk de zin:
De jongen gaat naar school.