De persoonsvorm (pv) is het werkwoord dat past bij woorden als ik, jij, hij, enzovoort. Het heet persoonsvorm omdat er meestal een persoon bij hoort, maar soms ook een dier of ding.
Voorbeeld
In samengestelde zinnen kunnen meerdere persoonsvormen staan. Je herkent zo’n zin aan een dubbele punt, een komma, of aan het woord 'en'.
Voorbeeld
Een samengesteld werkwoord bestaat uit twee delen, die apart in één zin kunnen staan. Samen vormen ze de persoonsvorm, zelfs als ze gescheiden zijn in de zin.
Voorbeeld
Let op: Er is onderscheid tussen samengestelde werkwoorden en werkwoorden met een vast voorzetsel. Bij een samengesteld werkwoord vormen beide delen de persoonsvorm. Bij een werkwoord met een vast voorzetsel is maar één deel de persoonsvorm.
Voorbeeld
Op de volgende pagina lees je hoe je de persoonsvorm kunt vinden.