Bijvoeglijke naamwoorden (bn) geven een eigenschap of toestand aan van een zelfstandig naamwoord. Bijvoeglijke naamwoorden staan vaak direct voor het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen, maar dat hoeft niet.
Voorbeelden
Een bijvoeglijke naamwoord heeft meestal een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e).
Voorbeelden
Veel bijvoeglijke naamwoorden kennen de 'trappen van vergelijking'.
Voorbeelden
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord staat altijd voor het zelfstandig naamwoord en eindigt meestal op -en.
Voorbeelden
Wanneer het bijvoeglijk naamwoord een essentieel deel is van de combinatie met het zelfstandig naamwoord, krijgt het geen -e.
Voorbeelden
Soms wordt tussen een onbepaald lidwoord en het zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord zonder -e gebruikt.
In dat geval hebben ze een bijzondere betekenis.
Voorbeelden