Met een betoog wil je je lezer overtuigen van jouw mening over een onderwerp.
Als je een betoog moet schrijven moet je eerst een bouwplan maken.
Ga daarbij als volgt te werk:
Bedenk bij een onderwerp een hoofdgedachte. Tezamen vormen die een standpunt.
Bedenk een aantal argumenten voor en tegen je standpunt.
Schrijf het middenstuk van je betoog. Geef je argumenten voor en tegen je standpunt en weerleg de tegenargumenten.
Je kunt nu je inleiding schrijven: formuleer je standpunt over het onderwerp van je tekst.
In je slot herhaal je, natuurlijk niet in dezelfde woorden als in de inleiding, je standpunt.
Met een aantal verbindingswoorden kun je je betoog structuur geven.
Met woorden als ik vind en volgens mij geef je aan dat het om jouw mening gaat.
Argumenten kun je ordenen met woorden die een opsomming (ten eerste, ten tweede en vervolgens, enz.) aangeven.
Voor een weerlegging gebruik je woorden die een tegenstelling aangeven (maar, weliswaar, daarentegen, aan de ene kant ... echter aan de andere kant).
In het slot gebruik je woorden die jouw samenvatting/conclusie aankondigen: kortom, samengevat, al met al.