Een gedicht is een kort verhaal waarin de dichter in weinig woorden veel probeert te zeggen.
Gedichten gaan vaak over gevoelens.
Bij gedichten hoef je je niet per se aan taalregels te houden, zinnen hebben vaak geen hoofdletters of punten.
Het gedicht is de meest vrije tekstvorm die er is.
Er zijn ook gedichten die wel een vaste vorm hebben.
Bijvoorbeeld: een gedicht kan rijmen op verschillende manieren.
De tekstregels van een gedicht noem je ook wel versregels.
Verschillende tekstblokjes noem je strofen.
Wordt een strofe een paar keer herhaald in één gedicht, dan spreek je van een refrein.
Rijmsoorten
Gedichten kunnen rijmen, maar dat hoeft niet.
Er zijn verschillende rijmsoorten:
Eindrijm: de rijmende woorden eindigen hetzelfde.
Eindrijm kun je, als je kijkt naar de rijmende lettergrepen, onderverdelen in:
- staand rijm: gaan - staan, fiets - niets (de laatste lettergreep rijmt)
- slepend rijm: lopen - kopen, eter - beter
- glijdend rijm: kabbelen - babbelen, kinderen - hinderen
Beginrijm of alliteratie: woorden uit een versregel beginnen met dezelfde letter.
Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan.
Halfrijm of assonantie: woorden uit een versregel hebben dezelfde klank.
kinderen - verslingeren