Tijd in een verhaal

De schrijver van een verhaal (of film) kan veel verschillende tijden gebruiken in zijn verhaal.
Hieronder worden de belangrijkste tijden in een verhaal benoemd.

Verteltijd

De tijd die je erover doet om een verhaal te vertellen.
Deze tijd gaat om de lengte van het boek, bijvoorbeeld 85 bladzijden.

Vertelde tijd

De tijd die er verstrijkt in het verhaal. Bijvoorbeeld een uur of tien jaar.
De verhouding verteltijd-vertelde tijd is van belang bij de opbouw van het boek.
Je kunt een boek van vijfhonderd bladzijden schrijven over een dag of een boek van vijftig bladzijden over tien jaar.

Tijdsverdichting

In een paar regels wordt een gebeurtenis samengevat.
De schrijver vertelt zeer kort over een gebeurtenis.

Tijdssprong

De schrijver slaat een gebeurtenis/gebeurtenissen over.

Tijdsvertraging

De schrijver vertelt zeer uitgebreid, met veel details, bijvoorbeeld over de omgeving, gevoelens.
Hierdoor vertraagt het verhaal.

Flashback

In het verhaal wordt iets verteld over eerdere gebeurtenissen.