Vergelijkend en tegenstellend verband

Vergelijkend verband
Als er een vergelijking is tussen zinnen of alinea's.
Voorbeeld

Een vergelijkend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
net als, vergeleken met, zoals, alsof, hetzelfde, eenzelfde geval, enzovoort.

Tegenstellend verband
Er is sprake van een tegenstelling tussen zinnen of alinea's.
Voorbeeld

Een tegenstellend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
maar, doch, echter, integendeel, daar staat tegenover, enerzijds ... anderzijds, enzovoort.