Stap 1: De aanleiding

Fidel Castro

In 1962 dreigde er een kernoorlog tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. In dat jaar liep een conflict tussen beide landen over de plaatsing van kernraketten op Cuba bijna uit de hand. De aanleiding voor dat conflict ligt iets verder terug in de geschiedenis.

In 1959 kwam in Cuba Fidel Castro aan de macht na een jarenlange strijd. Castro stuurde niet alleen de dictator Fulgencio Batista weg, hij maakte van Cuba ook een communistische staat. Hijzelf was de leider van de Cubaanse communistische partij. De Verenigde Staten, die Batista altijd hadden gesteund, waren met een communistische regering zo vlak aan de eigen zuidgrens niet erg blij.
In april 1961 probeerden Cubaanse ballingen met hulp van de Amerikaanse CIA in de Varkensbaai aan land te komen om de regering van Castro omver te gooien. De invasie mislukte. Cuba voelde zich bedreigd en zocht internationale steun. Die steun vond het bij de Sovjet-Unie, die in de Koude Oorlog lijnrecht tegenover de Verenigde Staten stond.

In april 1962 plaatste Amerika raketinstallaties in Italië en Turkije. Vooral door de plaatsing in Turkije -dat grenst aan het zuiden van de Sovjet-Unie- voelden de Russen zich bedreigd.

In augustus 1962 ontdekten Amerikaanse U2-verkenningsvliegtuigen dat de Russen raketten op Cuba hadden geplaatst en dat er nog meer Russische schepen met kernraketten aan boord onderweg waren naar het Caraïbische eiland. En zoals de Russen zich bedreigd voelden door de Amerikaanse raketten, zo ongemakkelijk voelden de Amerikanen zich door de raketten op Cuba. De waarschuwingssystemen waren gericht op projectielen vanuit de Sovjet-Unie, en niet vanuit de Caraïbische zee.

Vanaf Cuba konden de korte- en langeafstandsraketten (SS-4 en SS-5) bijna heel Amerika bereiken.