Stap 5: De hotline

De kamer met de hotline-apparatuur
in het Witte Huis.

Tijdens de Cubacrisis merkten de Amerikanen en Russen dat de communicatie tussen hen te langzaam was. Als de een met een voorstel kwam, duurde het meer dan 12 uur voordat dat gedecodeerd was en gelezen door de ander. Een antwoord geven duurde ook weer 12 uur. Ze spraken af dat er een directe lijn zou komen tussen Washington en Moskou.

Er kwam een ‘hotline’, een directe verbinding, in films standaard met een rode telefoon aangeduid. In werkelijkheid is de hotline rood, noch een telefoon.

In 1963 bestond de hotline uit vier telexen (twee met het Latijnse schrift en twee met Cyrillische schrift) in Washington en vier in Moskou. De berichten werden versleuteld en vervolgens vertaald. De sleutels veranderden steeds en werden door de ambassadeurs doorgegeven.

In 1971 werd de telexverbinding via telefoonkabels vervangen door een satellietverbinding. In 1984 werd de telex vervangen door een fax. Met de fax konden ook tekeningen en kaartjes verstuurd worden. Sinds 2008 worden de berichten per email verstuurd via een beveiligde netwerkverbinding tussen de computers in Washington en Moskou.

Om te checken of de hotline nog steeds goed werkt, worden er om het uur testberichtjes over en weer verstuurd. De hotline tussen Washington en Moskou werd vooral gebruikt om elkaar in te lichten over (plotselinge) vloot- of troepenbewegingen (bijvoorbeeld bij een grote oefening).
Hiermee werd voorkomen dat zij door de andere partij als een provocatie opgevat zou worden.