Opdracht 3 Vooroordelen

Vooroordelen

 

Vooroordelen zijn vaak niet waar en toch heeft iedereen vooroordelen. Ze komen ook regelmatig voor in gesprekken bij feestjes of op school. Het is belangrijk om er op te letten, want vooroordelen kunnen heel vervelende gevolgen hebben. De persoon in kwestie staat buitenspel; het doet er helemaal niets meer toe wat hij of zij zegt of doet. Bovendien, vooroordelen kunnen zichzelf in sommige situaties ook bevestigen. Vooroordelen zijn nog geen discriminatie, maar kunnen er wel toe leiden.

 

a) Zet er achter of het hier gaat om vooroordelen of discriminatie

    en leg uit waarom je dat vindt. Denk hierbij aan het verschil, dat bij discriminatie   

    woorden  en daden gebonden zijn.

 

1. Belgen zijn dom.

2. Bij Tom in de klas is een nieuw meisje gekomen. Ze heeft Jara en ze heeft rood haar. Tom wil niet naast jara zitten of met haar spelen. Hij kent haar niet, maar volgens Tom zijn meisjes met rood haar erg bazig.

3. Een jongen mag niet naar binnen in het zwembad, alleen maar omdat hij in Marokko is geboren is of omdat zijn ouders daar zijn geboren.

4. Zwarte mensen kunnen goed dansen.

5. Nederlanders zijn gierig.

 

b) Neem de cijfers van de afbeeldingen over. 

    Schrijf erbij welke vooroordelen je kan hebben bij het zien van deze afbeeldingen.

 

 

1

2

3

4