Veel boeken en toneelstukken zijn verfilmd. De film is dan een afgeleid werk.
Als basis voor een film kunnen zowel fictie- als non-fictieboeken gebruikt zijn.
Voorbeelden van boekverfilmingen zijn:
Een overzicht met nog veel meer boekverfilmingen kun je vinden op bijvoorbeeld > www.leesplein.nl.
Waar het gesprek bij een boekverfilming vaak over gaat, is de mate waarin de film trouw blijft aan het verhaal. Sommige verfilmingen nemen alles tot in de details over, terwijl bij andere verfilmingen vaak grote veranderingen worden aangebracht in het verhaal.
Een verfilming is altijd heel anders dan een geschreven verhaal. In de film kun je zien en horen wat in een boek met woorden wordt beschreven.
Geluiden en muziek spelen in de film een belangrijke rol. In een film kun je ook gemakkelijker en sneller van plaats en tijd wisselen dan in een verhaal.
De opstelling en instelling van een camera kunnen het beeld steeds laten wisselen: het afgebeelde kan bijvoorbeeld dichtbij en groot weergegeven worden of veraf en klein; het kan van bovenaf gefilmd worden, van onderaf, recht van voren, van opzij enzovoort.