Het persoonlijk voornaamwoord (pers vnw) verwijst naar iets of iemand. Een pers vnw kan staan in:
enkelvoud: ik, jij, u, hij, zij, het;
meervoud: wij, jullie, u, zij.
Een pers vnw vervangt een zelfstandig naamwoord, zoals:
Joris;
Breda;
Schiphol;
de hond;
mama;
de brugklassers.
Zo vind je een pers vnw in een zin:
Zoek naar een woord dat verwijst naar iets of iemand
Voorbeeld
Ik hou van jou.
Jij gaat naar hem.
Wij wandelen wel naar jullie.
Ik geef hun iets te drinken.
Zij schrijft hen op de lijst.
Het is vervelend dat jij ons niet kunt helpen.
In de zinnen zie je steeds meer dan één pers vnw. Het eerste pers vnw is steeds het onderwerp van de zin: ik, jij, wij, enzovoorts. De andere vette woorden zijn ook persoonlijke voornaamwoorden, maar niet het onderwerp van de zin.
Let op
Hun is nooit onderwerp in een zin. ‘Hun gaan straks fietsen.’ = fout!
Het kan een pers vnw zijn, maar is meestal een lidwoord.