Naamwoordelijk gezegde

Het naamwoordelijk gezegde zegt iets over het onderwerp in de zin. Het geeft aan dat iets/iemand iets is of wordt. Een zin heeft alleen een naamwoordelijk gezegde als er een koppelwerkwoord in de zin staat. Om het naamwoordelijk gezegde te vinden, moet je de koppelwerkwoorden kennen:

Zo vind je het naamwoordelijk gezegde in een zin:

 

Voorbeeld 1

Het naamwoordelijk gezegde in de zin is dus: is erg blij. En dat zegt iets over het onderwerp (de leerling).

 

Voorbeeld 2

Het naamwoordelijk gezegde in de zin is dus: lijkt behoorlijk in de war. En dat zegt iets over het onderwerp (de boze man).