Een zin begint met een hoofdletter. Behalve bij tijden en afkortingen.
Voorbeeld
's Middags doet mijn vader altijd een dutje.
't Is ons gelukt!
Begint een zin met een cijfer of symbool? Dan is er geen hoofdletter.
Voorbeeld
55 leerlingen gingen mee naar Praag.
% is het symbool voor procent.
Na een dubbele punt gebruik je een hoofdletter bij een citaat en bij een opsomming van volledige zinnen.
Voorbeeld
De dame opende de deur en zei: ‘Kom binnen. Wat wil je drinken?’
De leerlingen hebben nog veel vragen: Wat gaan we maken? Wat hebben we nodig? En vooral: Wie gaan ermee aan de slag?
Let op: volgt er een uitleg na een dubbele punt? Dan komt er géén hoofdletter.
Voorbeeld
Ik wil van de zomer niet naar Barcelona: het is me daar te warm.
Namen van personen en bevolkingsgroepen beginnen met een hoofdletter. Talen en aardrijkskundige namen (plaatsen, rivieren, enzovoorts) ook. En ook merknamen en namen van bedrijven krijgen een hoofdletter.
Voorbeeld
Jasmijn, mevrouw Maasland, meneer Ten Kate, Rembrandt van Rijn;
Nederlanders, Canadezen, Romeinen;
Nederlands, Engels, Spaans;
Haarlem, Zuid-Limburg, Overijssel, Europa, Pyreneeën, de Nijl.
Apple, Unox, Ajax, Artis, Philips, Vinted.
Feestdagen en heilige personen en zaken krijgen een hoofdletter:
Pasen, Suikerfeest;
God, Allah;
de Bijbel (maar: een geïllustreerde bijbel);
Let op: afgeleide woorden krijgen een kleine letter: