Trappen
Er zijn drie trappen van vergelijking:
- de stellende trap (bijvoorbeeld het bijvoeglijk naamwoord mooi)
- de vergrotende trap (mooier)
- de overtreffende trap (mooist)
De trappen van vergelijking worden meestal gevormd door de achtervoegsels
-er en -st achter een bijvoeglijk naamwoord te zetten.
Voorbeelden:
- blond - blonder - blondst
- nieuw - nieuwer - nieuwst
- groot - groter - grootst
- lief - liever - liefst
Enkele woorden hebben onregelmatige trappen van vergelijking.
Voorbeelden
- goed - beter - best
- kwaad ('erg') - erger - ergst
maar: kwaad ('boos') - kwader - kwaadst
- graag ('met plezier') - liever - liefst
- veel - meer - meest
- weinig - minder - minst
Soms worden woorden gesplitst:
- dichtbevolkt - dichter bevolkt- dichtst bevolkt