Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kan ik:
- omschrijven wat grondrechten zijn en wanneer ze zijn ontstaan.
- omschrijven wat het verband is tussen de grondwet en grondrechten.
- met behulp van voorbeelden het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten aangeven.
- de overeenkomsten en verschillen noemen tussen grondrechten en mensenrechten.
- uitleggen waarom grondrechten kunnen botsen en kan ik minimaal één voorbeeld geven van zo’n botsing.