![]() Lilian Janse de eerste vrouwelijke fractieleider van de SGP in Vlissingen |
We hebben een mooie set met 23 grondrechten. Mooi en goed geregeld zul je denken. Toch ontstaan er regelmatig discussies over wat wel en wat niet mag. Dat komt omdat grondrechten met elkaar kunnen botsen. We geven twee voorbeelden uit het recente verleden:
1 De vrijheid van godsdienst tegenover het recht op gelijke behandeling.
De vrijheid van godsdienst (artikel 6) is een van de oudste grondrechten die we in Nederland kennen. In de grondwet van 1815 werd die vrijheid al vastgelegd. De SGP leidt uit Bijbelteksten af, dat mannen en vrouwen door God een eigen “roeping en plaats” gegeven is. Daarbij is “de man het hoofd van de vrouw”; De SGP meent dat zitting nemen van de vrouw in politieke organen “strijdt met de roeping van de vrouw”.
Het recht op gelijke behandeling is terug te vinden in artikel 1 van de grondwet, maar ook in het VN-Vrouwenverdrag. Dit verdrag uit 1979 is door 182 landen getekend en geratificeerd, ook door Nederland. Internationale verdragen, zoals het VN-Vrouwenverdrag, gaan zelfs boven de Nederlandse grondwet.
Een Nederlandse rechter heeft bepaald dat de Staatskundig Gereformeerde Partij geen overheidssubsidie mag ontvangen vanwege de bepalingen van het VN-Vrouwenrechtenverdrag. De SGP ontzegt vrouwen passief kiesrecht. De rechter heeft ook bepaald dat de SGP geen vrouwen mag discrimineren bij de samenstelling van kandidaatslijsten bij verkiezingen. De SGP is daar tegen in beroep gegaan, maar heeft verloren. In 2013 is de eerste vrouw door de SGP-afdeling in Vlissingen op de kieslijst gezet. Lilian Janse is gekozen.
2 Het verbod op discriminatie tegenover de vrijheid van meningsuiting
Een veel voorkomend voorbeeld is de botsing tussen ‘het verbod van discriminatie’ met ‘de vrijheid van meningsuiting’. De vraag is of iedereen zomaar alles mag zeggen, ook als die uitingen discriminerend zijn. In zo’n situatie moet de rechter beslissen welk grondrecht voorgaat. Meestal ‘wint’ de vrijheid van meningsuiting het van het verbod op discriminatie.