Hoe het verder ging met de ARP? De ARP had te maken met onderlinge ruzies en afsplitsingen.
Zo kregen Kuyper en parlementair leider De Savornin Lohman ruzie met elkaar over de vraag of het kiesrecht moest worden uitgebreid of niet. Kuyper was voor, De Savornin Lohman niet. In 1898 verliet De Savornin Lohman de ARP en richtte de Vrij-Anti-revolutionairen op. Uit die partij ontstond in 1908 de Christelijk Historische Unie (CHU). De meeste aanhangers van deze partij waren lid van de Nederlands Hervormde Kerk.
Een andere afsplitsing deed zich voor in 1905. Toen verlieten leden van de ARP de partij uit onvrede met het regeringsbeleid waarvoor ook de ARP verantwoordelijk was. De ontevreden leden gingen verder in de vooruitstrevende Christen-Democratische Partij (CDP). De CDP fuseerde vervolgens in 1926 en vormde uiteindelijk in 1945, samen met twee andere partijen, de PvdA.
Ontzuiling en ontkerkelijking
De jaren ’60 waren niet best voor de confessionele partijen. Door ontzuiling en ontkerkelijking liepen de ledenaantallen terug en trokken ze minder stemmen bij verkiezingen. In 1967 begonnen de ARP, de CHU en de Katholieke Volkspartij (KVP) onderhandelingen over een fusie van deze drie partijen. In 1980 was het zover en gingen de confessionele partijen samen verder als het Christen Democratisch Appèl (CDA).
Nalatenschap Kuyper en ARP De ARP mag dan wel niet meer bestaan, toch zijn er in Nederland nog sporen te vinden van wat er (mede) door de ARP en zijn voorman Abraham Kuyper is bereikt.
Drie voorbeelden: