Lange tijd is ons land bestuurd door graven, hertogen, bisschoppen, landsheren en later door buitenlandse vorsten, zoals de Spaanse of Franse koningen.
Ging het in de middeleeuwen nog om een verzameling min of meer zelfstandige gebieden, langzamerhand kwamen deze ‘provincies’ onder een centraal gezag en ontstond er een staat.
Door alle tijden heen is er gestreden om de macht, soms met wapens, soms met woorden. Regelmatig is de bevoegdheid om te beslissen over een grondgebied en haar inwoners in andere handen overgegaan. En daarmee veranderde telkens de inrichting van het bestuur en de regels.
Totdat aan het eind van de 18e eeuw de eerste grondwet in Nederland werd ingevoerd en de basis werd gelegd voor de Nederlandse rechtsstaat. Na het vertrek van de Franse troepen werd in 1813 het Soeverein Vorstendom der Verenigde Nederlanden uitgeroepen en werd de grondwet een paar keer aangepast.
Steeds werd de manier waarop de staat, de regering en het bestuur werden ingericht, wat aangepast. En dat is een proces dat zich tot op de dag van vandaag voortzet. Het is het terrein van de staatsinrichting en daar gaat het in dit thema over.
In 12 opdrachten doorlopen we de staatsinrichting van ons land. Bij de eindopdracht van dit thema voeg je alle eindproducten van de opdrachten samen tot een krant.
Begin met het kijken van de volgende video. Bespreek na het kijken op welke manier jij wel invloed zou willen uitoefenen op de politiek. Wat spreekt jou het meest aan en waarom?
Na afloop van dit blok is er een oefentoets met vragen uit de examens van 2013 en 2014. Dan weet je of je de leerstof voldoende hebt opgeslagen en op welk niveau je de stof moet beheersen. Succes!