Stap 1 - Participatiesamenleving

Wat is de participatiesamenleving?
In zijn eerste Troonrede (17-09-2013) gebruikte koning Willem-Alexander tweemaal het woord ‘participatiesamenleving’. Alle kranten schreven erover en het Genootschap Onze Taal riep het woord prompt uit tot hét woord van het jaar 2013.

Taalkundigen hadden meteen veel commentaar. Zij zeggen dat met ‘participatiesamenleving’ je eigenlijk twee keer hetzelfde zegt:

Participatie = deelneming aan maatschappelijk leven
Samenleving = het geheel van met elkaar samenlevende mensen

Zowel in binnen- als buitenland zag men de door de koning uitgesproken rede als een afscheid van de verzorgingsmaatschappij. De kop van de Volkskrant was: ‘De verzorgingsstaat is dood. Leve de participatiemaatschappij’. En de New Zealand Herald kopte: ‘Dutch king: say goodbye to welfare state’ (‘Nederlandse koning: zeg maar dag tegen de verzorgingsstaat’).

Maar de participatiesamenleving is niet nieuw. In 1991 gebruikte de toenmalige minister Wim Kok voor het eerst het woord ‘participatiesamenleving’ bij een partijcongres. Letterlijk zei hij: “We zitten nu in een overgangsfase: van een verzorgingsstaat naar een werkzame samenleving, naar een participatiesamenleving.”

In 2005 gebruikte de toenmalige premier Jan Peter Balkenende ook de term ‘participatiesamenleving’ bij een lezing voor werkgevers. Maar wat bedoelen de politici nu eigenlijk met de participatiesamenleving en wat is het verschil tussen de participatiesamenleving en de verzorgingsmaatschappij? Dat lees je in stap 2. 
Maak nu eerst de opdracht.