Stap 4 - Politieke partijen

Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen worden altijd meerdere politieke partijen gekozen.
Ze verschillen allemaal van elkaar, maar sommige passen meer bij elkaar dan andere. Grofweg kunnen we hen verdelen in drie stromingen: een socialistische stroming, een confessionele stroming en een liberale stroming.
We zetten hun belangrijkste kenmerken naast elkaar:

Politieke stroming Liberalisme Confessionalisme Socialisme
Hoofdkenmerk Vrijheid op persoonlijk en economisch gebied Politiek handelen is gebaseerd op godsdienst (confessie is geloofsovertuiging) Gelijkheid van mensen
Overheid De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de samenleving Terugtredende overheid die meer ruimte geeft aan mensen om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen, maar regels zijn wel nodig om de kwetsbare mensen te beschermen Veel overheidscontrole
Economie Zoveel mogelijk vrijheid, een passieve overheid, veel aan-dacht voor bedrijfsleven en werkgevers Alleen als maatschappelijke instanties er samen niet meer uitkomen (bijvoorbeeld vakbonden en werkgevers) behoort de overheid uitkomst te bieden, veel aandacht voor kleine zelfstandigen en boeren Actieve overheid die veel regels opstelt, veel aandacht voor de rechten en de belangen van werknemers en werklozen
Verschillen tussen mensen Nadruk op grote individuele vrijheid van iedereen Nadruk op naleven van normen en waarden waar iedereen zich aan moet houden Nadruk op kansen voor mensen in achterstandsposities
Inkomens Vindt grote inkomensverschillen normaal, komt op voor mensen met hogere inkomens Tussenpositie: tegen nivelleren, maar ook tegen te grote inkomensverschillen, komt op voor mensen met middeninkomens Wil het verschil in inkomsten verkleinen (nivelleren), komt op voor de belangen met mensen met lage inkomens en/of uitkeringen
Politieke partijen VVD, D66 (PVV) CDA, SGP, ChristenUnie PvdA, SP (GroenLinks)


Deze drie stromingen hebben natuurlijk ook allemaal een mening over de verzorgings- of participatiestaat.
Dat heeft vooral de maken met de manier waarop zij de rol van de overheid zien.
Maak nu de volgende vraag.