Stap 2 - Werknemersrechten

Werken...
 

De dagloner aan het eind van de 19e eeuw heeft weinig rechten.
Als hij niet kan werken, verdient hij ook niets.

Met de opkomst van de vakbonden wordt de situatie van werknemers beter. De vakbonden kunnen een vuist maken tegen de werkgevers. In de loop van de 20e eeuw wordt met behulp van de vakbonden veel bereikt op het gebied van arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden.

Denk bijvoorbeeld aan de invoering van de 8-urige werkdag en de 5-daagse werkweek. In cao’s worden afspraken gemaakt die voor een hele bedrijfstak gelden. Langzamerhand krijgt het stelsel van sociale verzekeringen en voorzieningen vorm.

In eerdere opdrachten uit dit blok heb je met enkele vormen hiervan al kennis kunnen maken. De Algemene Bijstandswet (ABW) uit 1965 was het sluitstuk van de sociale wetgeving. Door dit vangnet zou niemand in Nederland nog honger hoeven te lijden.

Flexibilisering

In de loop van de jaren is de arbeidsmarkt steeds flexibeler geworden. Werknemers werken niet meer hun hele werkzame leven bij hetzelfde bedrijf. Vroeger was dat anders. Toen was het geen uitzondering als je 30 of 40 jaar voor dezelfde baas werkte. En veel werknemers mogen straks pas op hun 67e met pensioen. Omdat we steeds ouder worden en gezond blijven, moeten en kunnen we ook langer blijven werken.

Vanaf 2008 zit Nederland jarenlang in een economische crisis. Veel bedrijven moeten mensen ontslaan. Werkgevers kiezen er steeds vaker voor om werknemers flexibele contracten aan te bieden. Zo ontstaat rondom de kern van vaste medewerkers een schil van flexibele werknemers (flexschil). Op deze manier kunnen bedrijven snel inspelen op veranderende omstandigheden. Als er veel werk is, kunnen ze snel nieuwe mensen inzetten. Als er weinig werk is kunnen ze snel van werknemers af.

In de onderstaande cirkeldiagrammen zie je welke soorten flexwerk er zoal bestaan.


bron: flexpocket ABU, 2013

De cirkeldiagrammen laten het aandeel zien van de verschillende vormen van flexibel werk als percentage van de werkzame beroepsbevolking

Beantwoord nu de vragen naar aanleiding van de diagrammen.