In de jaren zestig en zeventig ontstaan er nieuwe ontwikkelingen en inzichten die van grote invloed zijn geweest op de kinderdagverblijven.
Allereerst eisten vrouwen meer ruimte voor zichzelf. Ze wilden meer dan alleen voor kinderen zorgen, de was doen en eten koken. Ze wilden andere mensen ontmoeten, vrijwilligerswerk of andere nuttige dingen buitenshuis doen. Veel vrouwen gingen ook anders denken over werken. Het taboe op werken verdween, veel vrouwen wilden graag aan het werk. Een vrouwenblad als Margriet sprak er schande van. Dit blad veroordeelde de werkende moeders. Ze zouden ‘een hang naar luxe’ hebben. De vrouwen zelf trokken zich er niet veel van aan.
De werkende vrouwen zorgden voor een grote toeloop bij de kinderdagverblijven. Aanvankelijk weigerden veel kinderdagverblijven de kinderen van deze ‘voor de luxe’ buitenhuis werkende vrouwen.
Nieuwe opvoedkundige inzichten zetten dat in de jaren zeventig allemaal op de kop. Steeds meer moeders vinden het beter dat ze hun kinderen niet alleen thuis opvoeden, maar hen ook in contact brengen met leeftijdsgenootjes. Ook bij de kinderdagverblijven veranderen de inzichten. Ze moesten niet alleen ‘bewaren’, maar ook een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen. De naam bewaarschool verdween en werd vervangen door: crèche. Naast toezien op eten, slapen en spelen kregen de crècheleid(st)ers er nog een taak bij: opvoeden.