Eindproduct B: Stripverhaal

Als eindopdracht B maak je en stripverhaal. In het stripverhaal beeld je het leven uit van iemand die door de werkverschaffing (toen) of de re-integratieprojecten (nu) aan het werk is gezet.
In de strip laat je een dag (of enkele dagen) uit het leven van iemand die zo aan het werk wordt gezet zien.

In de strip laat je ook duidelijk de mening merken van de tewerkgestelde. Is hij/zij dankbaar dat er gewerkt mag worden? Boos om de eventuele uitbuiting? Teleurgesteld of ... De invulling van de emotie is geheel aan jou.

De strip bevat minimaal 10 hokjes. Zorg dus dat je voor je begint goed bedenkt hoe je het verhaal wilt verdelen.
Lees voor je begint nog even de Gereedschapskist hieronder door voor tips.

Beoordeling

Je docent let bij de beoordeling van je strip op het volgende:

Stripverhaal maken

Met een stripverhaal kun je een kort verhaal in beeld brengen. Je maakt een combinatie van tekst en beeld door je verhaal uit te werken in tekeningen met tekstballonnen.