Stap 2: De rol van de overheid

Willem Drees 1886-1988

De overheid biedt alle ouderen voldoende inkomen om van rond te komen
Na de Tweede Wereldoorlog was Nederland er klaar voor om alle burgers een bestaansminimum te bieden. Dat wil zeggen dat alle Nederlanders voldoende middelen moeten hebben om in de belangrijkste behoeften te voorzien zoals wonen, kleding en eten. Ook voor alle ouderen moest een bestaansminimum worden gegarandeerd. Te oud zijn om te werken mocht nooit de bedelstaf tot gevolg hebben. Dat bestaansminimum was niet langer voorbehouden aan mensen die in loondienst hadden gewerkt.

Om alle ouderen dat bestaansminimum te bieden, bedacht Willem Drees, toen minister van Sociale Zaken, de Noodwet Ouderenvoorziening. Volgens dat wetsontwerp zouden alle ouderen van 65 jaar en ouder een pensioen van de overheid krijgen. Rechtse politieke partijen wezen dit wetsontwerp af want ze vonden dat de burgers zelf hun oudedag moesten verzekeren. Ook de gereformeerde kerken waren tegen. Zij vonden het geen taak van de overheid om armen te helpen en waren ook meer voor hulp in natura, niet in geld.

Kijk nu naar de video 'Algemene Ouderdomswet om te zien hoe de AOW werkt.' Lees voor het kijken eerst de vragen in de oefening. Na het kijken moet je de vragen beantwoorden.
Let op: in de video gaat het nog over AOW vanaf 65 jaar. Inmiddels is dit 67 jaar.