Stap 3 - Duitsland en de EU

Margaret Thatcher

Duitsland en de uitbreiding van de EU

Bondskanselier Kohl kreeg niet alleen problemen met de Sovjet-Unie, maar ook met zijn bondgenoten.

De Verenigde Staten steunden Duitsland onder voorwaarde dat het nieuwe Duitsland lid bleef van de NAVO. Dat Gorbatsjov, president van de Sovjet-Unie, daar niet blij mee was kun je wel aanvoelen.

Maar tegenstand kreeg Kohl ook van mensen die hij niet verwacht had: de Franse president Mitterand en de Engelse premier Thatcher.

De Franse schrijver Mauriac schreef: “Ik houd zoveel van Duitsland, dat ik blij ben dat er nu twee Duitslanden zijn om van te houden.” Zijn landgenoot Mitterand ging niet zover als de schrijver, maar hij had wel zijn twijfels over de hereniging van Duitsland.

Ronduit tegen was Thatcher: “We willen geen hereniging. Dit zou de naoorlogse grenzen veranderen. Dat kunnen we niet toestaan, omdat de internationale stabiliteit en veiligheid daardoor gevaar lopen. Europa beziet de ontwikkelingen niet zonder angst. We weten allemaal nog wie twee wereldoorlogen is begonnen.”

Thatcher was bang dat Duitsland te sterk zou worden. Tot dan hadden Engeland en Duitsland beide ongeveer evenveel inwoners: 60-65 miljoen. Bij de hereniging zou Duitsland ineens 80 miljoen inwoners hebben en het grootste land van de EU worden.

Ook de Nederlandse premier Lubbers had zijn bedenkingen bij de hereniging.
Hij zei dat hij moeite had met het begrip ‘Het Duitse volk’.

Bekijk de afbeelding hiernaast. Op deze economische top zie je de betrokkenen bijeen: de Nederlandse premier Lubbers (derde van links), de Duitse bondskanselier Kohl (vierde van links), de Amerikaanse president Reagan (midden), de Franse president Mitterand (derde van rechts) en de Engelse premier Thatcher (tweede van rechts).

Maar toen Gorbatsjov liet weten dat de Duitsers zelf over hun hereniging mochten beslissen, konden de regeringen van de Europese Unie niet achterblijven. In 1990 werden de beide Duitslanden herenigd. De grenzen van Duitsland én de EU schoven een stukje naar het oosten op.

Kohl riep in zijn tien-punten-plan op om andere democratische landen uit Oost-Europa uit te nodigen voor het lidmaatschap van de EU (punt 7 bij stap 1). Hij kreeg zijn zin. In 2004 werden tien landen tegelijk lid van de EU, waaronder drie voormalige Sovjet-Russische deelrepublieken (Estland, Letland en Litouwen) en vier voormalige landen uit het Oostblok (Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije). In 2007 kwamen daar nog twee voormalige ‘bondgenoten’ van de Sovjet-Unie bij: Roemenië en Bulgarije.