Stap 1: 'Gewapende vrede'

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vochten de Amerikanen en Russen gezamenlijk tegen de nazi’s in Duitsland en de bezette landen in Europa. Maar nog voor het einde van de oorlog in 1945 was er weinig over van de vriendelijkheid tussen beide grootmachten. De wereld was in 1945 verdeeld in twee machtsblokken. Aan de ene kant had je het kapitalistische westen onder leiding van Amerika en aan de andere kant had je het communistische blok onder leiding van de Sovjet-Unie.

Men spreekt ook wel over een ‘gewapende vrede’: een vrede tussen (groepen) landen die niet van harte is en die dreigt in een oorlog uit te lopen.
Beide machtsblokken hadden massavernietigingswapens, maar het bleef bij dreigen. De grootmachten hielden elkaar in evenwicht met de dreiging van een totale vernietiging.

In Europa kwam het niet tot een gewapend treffen, maar op andere plekken in de wereld werd er wel gevochten. Niet met atoomwapens, maar met traditionele wapens.

Deze oorlogen braken vooral uit in (voormalige) koloniën als Angola, Mozambique, Korea en Vietnam. Op plekken waar mensen streden voor onafhankelijkheid. Amerika en de Sovjet-Unie bemoeiden zich beide met die oorlogen, waardoor de machtsblokken toch tegenover elkaar kwamen te staan.

In 1949 kwam er nog een grootmacht bij toen de Chinese communisten aan de macht kwamen en de Volksrepubliek China vestigden. Velen vreesden dat Azië nu onder de voet zou worden gelopen door rode hordes. Hadden ze gelijk?
We kijken eerst naar de oorlog in Korea in 1950 en vervolgens naar de oorlog in Vietnam in 1955.