![]() |
Het Marshallplan tegen het communisme.
Om de Truman-doctrine kracht bij te zetten, kwam de Amerikaanse regering met het Marshallplan. Het was een niet-militair hulpprogramma voor Europa, bestaande uit geld, goederen, grondstoffen en levensmiddelen. Met de hulp kon alle oorlogsschade aan woningen, wegen, fabrieken, enzovoort worden hersteld. Het moest Europa er weer bovenop helpen en welvaart brengen aan zijn burgers. Daardoor zou het communisme zijn aantrekkingskracht verliezen en het kapitalisme aan populariteit winnen.
Bovendien zouden welvarende Europese burgers steeds meer Amerikaanse producten kopen. En dat was goed voor de Amerikaanse export. Het hulpprogramma ging in 1947 van start en duurde vier jaar.
De Marshallhulp ging van start met een conferentie in Parijs in 1947. De Sovjet-Unie stond vanaf het begin wantrouwend tegenover de hulp en trok zich al snel terug uit de onderhandelingen. Op last van Stalin bleven ook de andere Oost-Europese landen weg.
![]() |
De Sovjet-Unie kwam met een eigen reactie op het Marshallhulpplan: Cominform. Het was een programma om de volksrepublieken in Oost-Europa te stroomlijnen naar het model van de Sovjet-Unie. De Sovjets leken tegen de Amerikanen te zeggen ‘als jullie met de Marshallhulp een westers blok creëren, dan maken wij met Cominform een Oostblok’. En al zegden de Sovjets de Oostbloklanden financiële steun toe, het herstel van de Sovjet-Unie zelf ging vaak ten koste van die landen. De regeringen werden onder druk gezet om landbouw- en industrieproducten te leveren. Er werden zelfs fabrieken weggehaald uit Oost-Duitsland, dat door Sovjettroepen was bezet.
Hierdoor bleef de armoede in het Oostblok groot en verliep de wederopbouw er traag.