Stap 3: Potsdam

|
Churchill, Truman en Stalin

Attlee, Truman en Stalin

Potsdam en de toekomst van Duitsland en Europa
In Torgau aan de rivier de Elbe, in het midden van Duitsland, kwamen de Amerikaanse en Russische soldaten elkaar tegen. Enkele dagen later viel Berlijn en op 8 mei was de oorlog voorbij.

Negen weken later kwamen de Grote Drie weer bij elkaar om verder te beslissen hoe Duitsland moest worden bestuurd. Die beslissing was ook al genomen bij de Conferentie van Jalta, maar concrete afspraken ontbraken.
De drie leiders kwamen bijeen in Potsdam, vlak bij Berlijn.
De Conferentie van Potsdam duurde van 17 juli tot 2 augustus 1945.

Het waren niet dezelfde mannen als in Jalta. Van die drie grote leiders was alleen Stalin over. De Amerikaanse president Roosevelt was op 12 april overleden en opgevolgd door president Harry S. Truman. In Engeland waren er verkiezingen op 25 juli, tijdens de Conferentie van Potsdam. Churchill verloor de verkiezingen en werd als premier opgevolgd door Clement Attlee. Halverwege de conferentie vertrok Churchill en kwam Attlee halsoverkop naar Potsdam.

De discussies tussen de drie nieuwe ‘grote leiders’ verliepen veel moeizamer dan in Jalta. Het wantrouwen tussen Attlee en Truman aan de ene kant en Stalin aan de andere kant werd steeds groter.

Genomen beslissingen

  1. Duitsland en Berlijn werden verdeeld in vier bezettingszones.
  2. De belangrijkste nazi’s werden vervolgd door het Internationale Militaire Tribunaal van Neurenberg. Het staat bekend als de processen van Neurenberg.
  3. Er kwam een nieuwe grens tussen Duitsland en Polen.
  4. Duitstalige minderheden in Oost-Europa kregen ‘onder menselijke omstandigheden’ een nieuwe woonplaats in Duitsland zelf (in werkelijkheid werden de Duitstalige minderheden met grof geweld door de Russen verdreven).

Van de afspraken voor een gemeenschappelijke toekomst voor Duitsland en Europa kwam niets terecht. In 1946 constateerde de ex-premier Churchill dat Europa verdeeld was in twee blokken, gescheiden door wat hij een IJzeren Gordijn (zie ook de opdracht over Berlijnse Muur) noemde.

In Jalta hadden de drie landen ook afgesproken dat de Sovjet-Unie de geallieerden zou helpen met de oorlog tegen Japan. Het wantrouwen was inmiddels zo groot geworden dat president Truman zo snel mogelijk de oorlog met Japan wilde beëindigen. Vier dagen na het einde van de Conferentie van Potsdam, op 6 augustus, viel de eerste atoombom in Japan, op Hiroshima. Drie dagen later, op 9 augustus, gooiden de Amerikanen de tweede atoombom, ditmaal op Nagasaki.

Met deze bommen versnelden de Amerikanen niet alleen het einde van de oorlog in Japan. Ook toonde Amerika met deze bommen haar kracht aan de Sovjet-Unie. Stalin wilde hierbij niet achterblijven. In 1949, vier jaar na het gooien van de bommen op Hiroshima en Nagasaki, hield de Sovjet-Unie zijn eerste test met een atoombom.