Stap 1: Van Ambon naar NL

De aankomst van één van de
schepen met Ambonezen in
Amsterdam

Van Ambon naar Amsterdam of Rotterdam
Bij de opheffing van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) in juli 1950 waren er nog 62.000 KNIL-ers in Indonesië, onder wie 4.000 KNIL-ers van Ambonese afkomst. Ze werden tijdelijk opgenomen in de Koninklijke Landmacht (KL in Nederland).
De Nederlandse KNIL-ers konden moeiteloos overstappen van het KNIL naar de KL. De Indische KNIL-ers konden, als ze wilden, toetreden tot het Indonesische leger.

De Ambonese KNIL-ers wilden dat niet. Ze zaten nog in kazernes op Java en ze wilden graag terug naar Ambon, maar Indonesië liet dat niet toe. Ze waren bang dat de Ambonese KNIL-lers zich zouden aansluiten bij de vrijheidsstrijders op Ambon die streefden naar een eigen zelfstandige staat (zie ook de les ‘Koninklijk Indisch-Nederlands Leger’, stap 5).

Begin 1951 waren de meeste KNIL-ers al vertrokken, met pensioen of naar het Indonesische leger overgestapt. Van de 62.000 KNIL-ers in juli 1950 waren er begin 1951 nog 9.000 over. Onder hen waren 4.000 Ambonezen van het KNIL. Wat moest er met hen gebeuren? 

Nederland koos ervoor om de Ambonese militairen met hun gezinnen tijdelijk over te brengen naar Nederland. Zowel de Nederlanders als de Ambonezen dachten dat het verblijf in Nederland maar kort zou duren.

Tussen maart en juli 1951 kwamen de Ambonezen, of Molukkers zoals ze later werden genoemd, naar Nederland.

Vlak na hun aankomst kregen de KNIL-ers en velen zelfs nog op het schip, voor hun aankomst in Rotterdam of Amsterdam, een ontslagbrief, waardoor hen in één klap hun status, beroep, levensvervulling en uniform werd ontnomen. Dat sloeg bij hen in als een bom…