Stap 4: Erkenning

Na de treinkapingen en gijzelingen realiseerde de Nederlandse regering zich dat er meer aandacht besteed moest worden aan de positie van Molukkers.

Wat was het effect van hun acties?

  • De Nederlandse regering erkende dat het fout was om de Molukse KNIL-ers bij hun aankomst in Nederland te ontslaan.
  • Een deel van hun pensioenrechten werd hersteld.
  • Voormalige KNIL-strijders kregen erkenning voor hun inzet in de vorm van een ‘Rietkerkpenning’ en vanaf 1986 een jaarlijkse uitkering van 2000 gulden (900 euro), bekend als de ‘Rietkerkuitkering’ (beide vernoemd naar de toenmalige minister Rietkerk).
  • Molukkers konden – als ze wilden - een Nederlands paspoort krijgen, zonder zich te naturaliseren (ze wilden geen Nederlander worden) waardoor ze naar het buitenland konden reizen.
  • De Nederlandse regering zou zich extra inspannen voor de bestrijding van werkloosheid (in 1990 40-50% onder ouderen en 70% onder jongeren), onder meer via een ‘1000-banen-plan’; van dat plan is niet veel terechtgekomen, al doen door beter onderwijs de Molukkers het tegenwoordig beter dan vroeger (maar nog altijd slechter dan de rest van de Nederlanders).
  • Oprichting van een eigen museum, het Moluks (Historisch) Museum in Utrecht, in 1990. Bij gebrek aan voldoende financiën moest het museum eind 2012 haar deuren weer sluiten.