De Japanse bezetting in Indonesische ogen
Toen Japan Nederlands-Indië veroverde, geloofden veel Indonesiërs dat hiermee de weg vrijkwam voor onafhankelijkheid en vrijheid van hun land . Vooral de nationalisten onder leiding van Soekarno hadden die hoop. En inderdaad beloofde Japan in september 1944 onafhankelijkheid voor Nederlands-Indië. Maar zonder te zeggen wanneer het zover zou komen.
Hoe beleefden de Indonesiërs de Japanse bezetting van hun land?
Dat zie je in de film ‘De oorlog - Aflevering 7: Oorlog in Indië’. Praat erover met een klasgenoot.
(Bekijk het stuk van 26:08 tot 36:12 min)
Van voedselschaarste tot hongersnood
Na de overgave van Nederlands-Indië namen Japanse bestuurders, meestal legerofficieren, alle plantages en andere landbouwbedrijven in Nederlands-Indië over. Maar de nieuwe bestuurders wisten niet goed hoe je landbouwbedrijven runt en ze hadden een gebrekkige kennis van de landbouw in Nederlands-Indië. Daardoor schoot hun aanpak tekort en als gevolg hiervan daalde de opbrengst van rijst, cassave en andere voedingsgewassen. Van die opbrengst namen de Japanners een deel in beslag, bestemd voor de Japanse strijdkrachten en voor Japan zelf.
Verder zetten de Japanse bestuurders veel Indonesische boeren en boerenknechten aan het werk als romoesja’s (dwangarbeiders). Daardoor ontstond er een tekort aan landarbeiders en werden veel akkers verwaarloosd. Tenslotte rooiden Japanners in hoog tempo stukken bos waardoor de grond die vrij kwam, wegspoelde tijdens zwarte regenbuien. Ook die erosie deed de opbrengst van de landbouw dalen.
Dit alles leidde tot toenemende voedselschaarste en stijgende voedselprijzen. In 1943 brak er zelfs een hongersnood uit die tot na de Japanse overgave op 15 augustus 1945 duurde. Door de hongersnood stierven tenminste 2 miljoen mensen, vermoedelijk zelfs tussen de 3 en 4 miljoen.