Stap 3: Vietnam


Ho Chi Minh

Harold Wilson

Charles de Gaulle

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Azië in december 1941 maakte Vietnam samen met Laos en Cambodja deel uit van de Franse kolonie Indochina. Tijdens de oorlog werd Indochina door Japan bezet. Toen, na de nederlaag van Japan in 1945, er een einde kwam aan de Japanse bezetting, verklaarde Ho Chi Minh Vietnam onafhankelijk. Ho Chi Minh was de leider van de communistische beweging Vietminh. Frankrijk wilde Indochina terug, wees de onafhankelijkheid af en voerde vanaf 1946 oorlog tegen de Vietminh.
De Verenigde Staten hadden geen bezwaar tegen de zelfstandigheid van Vietnam, maar zagen een communistische regering niet zitten. Daarom steunden ze de Fransen in hun strijd tegen de Vietminh. Ook Groot-Brittannië hielp de Fransen in deze oorlog.

In 1954 verloren de Fransen en hun bondgenoten echter de oorlog. De Verenigde Staten, China, de Sovjet-Unie, Groot-Brittannië en Frankrijk beslisten op een conferentie over de toekomst van Vietnam. Laos en Cambodja werden zelfstandige landen en Vietnam werd in tweeën gesplitst langs de 17e breedtegraad. Het noordelijke deel kreeg een communistische regering en het zuiden bleef onder invloed van het westen. In 1956 zouden in beide delen verkiezingen worden gehouden en beide delen weer tot één land worden samengevoegd. Dat plan is nooit uitgevoerd.

Wat er vanaf 1954 in Vietnam gebeurde, zie je in het tweede fragment van “Koude Oorlog: verloop”. Kijk van 2.40  tot 3.36 minuten.

Lees weer voor het kijken de vragen. Een deel van de antwoorden vindt je in de video.

In deze nieuwe oorlog moesten de Verenigde Staten het zonder de hulp van hun Europese bondgenoten doen. Zij vonden de inmenging van de Verenigde Staten dwaasheid. Premier Harold Wilson van Groot-Brittannië en president Charles de Gaulle van Frankrijk waren ervan overtuigd dat deze oorlog door de Verenigde Staten niet te winnen was.

In de Verenigde Staten keerden steeds meer burgers zich tegen de containmentpolitiek, want ook zij geloofden niet in een Amerikaanse overwinning. Ze waren het beu om steeds weer tv-beelden te zien van Amerikaanse gesneuvelde soldaten, van wreedheden die door Amerikaanse soldaten werden begaan en van Vietnamese burgers die gedood werden of gewond raakten bij gevechten en bombardementen in een oorlog die volgens hen in een Amerikaanse nederlaag zou eindigen.

Onder druk van de protesten in de Verenigde Staten besloot de Amerikaanse regering tot geleidelijke terugtrekking van de troepen. In 1973 kwam er voor de Amerikanen een eind aan de oorlog met de ondertekening van de Parijse Akkoorden. Zij moesten zich terugtrekken waarop de Zuid-Vietnamese troepen onder de voet werden gelopen door die van Noord-Vietnam. Noord en Zuid werden in 1976 herenigd in de Socialistische Republiek Vietnam.

Ongeveer in dezelfde tijd kwamen ook in Cambodja communisten aan de macht. De oorlog in Vietnam had zich in de jaren daarvoor uitgebreid naar Cambodja, waar de Rode Khmer van Pol Pot werd gesteund. In de jaren 1975-1979 voerde deze Rode Khmer een waar schrikbewind: het maakte tussen de 1,7 en 2 miljoen dodelijke slachtoffers. De relatie tussen de Vietnamese communisten en de Rode Khmer verslechterde zo dat Vietnam eind 1978, begin 1979 een eind maakte aan het bewind van Pol Pot en een nieuwe regering installeerde. Het communistisch experiment werd hier beëindigd en verder verspreidde het communisme zich ook niet in Azië.