Er zijn 34.313 Nederlandse Joden op transport gezet naar Sobibor. Precies achttien van hen hebben de oorlog overleefd. Selma Wijnberg was een van hen.
Selma wordt gearresteerd op haar onderduikadres in Utrecht. Via Vught en Westerbork wordt zij op transport gezet naar Sobibor in Polen. "Toen wij in het kamp aankwamen", aldus Selma, "leek het ideaal. Voor de ramen hingen gordijnen met bloemetjes erop." In de barak waar zij naar toegebracht werd, trof zij Poolse meisjes in prachtige pyjama’s en nachtjaponnen. "Ze zagen er allemaal even chique uit. De meisjes gingen zingen, zodat wij dachten in een paradijs terecht te zijn gekomen." Lang heeft de betovering niet geduurd. "Na een dag wisten wij echter wat de werkelijkheid was." De meeste Joden werden direct naar de gaskamers gedirigeerd, terwijl de kleine groep waartoe Selma behoorde was geselecteerd om in het kamp werk te verrichten.
Selma werkte in de sorteerbarakken. Koffers, beddengoed, rugzakken, kleren, schoenen, jassen, mantels, alles werd gesorteerd. Van de kleding werden Jodensterren, armbanden en namen die in de kleding waren genaaid verwijderd. De kleding ging naar gezinnen in Duitsland. Als iemand wat voor zichzelf stal, zoals levensmiddelen in een aangetroffen koffer, en werd betrapt, werd hij of zij meteen doodgeschoten.
In het kamp raakt Selma bevriend met een Poolse Jood: Chaim Engel. Hij vertelt haar over een ontsnappingspoging. Ze lokken op 14 oktober 1943 een aantal kampbewakers naar een barak en vermoorden hen daar. Ze krijgen Duitse uniformen in handen. Het plan was om als gevangenen begeleid door bewakers de poort uit te lopen, op weg naar de vrijheid. De SS’ers krijgen echter argwaan en vuren op alles en iedereen. In de chaos lukt het Selma, haar vriend en nog ongeveer driehonderd anderen om te ontsnappen, dwars door een mijnenveld heen. De meesten lopen op een mijn, worden opgepakt door de Duitsers of verraden door de Polen. Degenen die opgepakt worden, worden doodgeschoten. Slechts ongeveer 50 gevangenen overleven de vlucht en de oorlog.
Selma en Chaim sluiten zich aan bij een groep partizanen en worden bevrijd door het Russische leger. Ze trouwt met haar Poolse vriend. Op eigen kracht lukt het hen om naar Zwolle te gaan, de stad waar Selma geboren is. De Nederlandse regering weigert na de oorlog haar te helpen. Het echtpaar emigreert korte tijd later naar Amerika.
Selma is -samen met Ursula Stern- één van de twee Nederlanders die de opstand in Sobibor heeft overleefd. 16 anderen hebben een tijdje in Sobibor gezeten voordat ze elders tewerk werden gesteld en daar de oorlog overleefden.
De kampleiding besluit kort na de opstand het kamp met de aardbodem gelijk te maken en alle sporen uit te wissen. De overgebleven gevangenen worden doodgeschoten.