Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kan ik:
- omschrijven wat de Grote Depressie en Zwarte Donderdag zijn en kun je uitleggen waardoor die ontstonden.
- uitleggen waarom de crisis in Nederland langer duurde dan nodig was.
- de termen ‘steun’ en ‘steuntrekkers’ omschrijven en aangeven hoe er tegen steuntrekkers aangekeken werd.
- omschrijven dat uit angst voor ‘zwart werken’ werklozen vaak en op een vernederende manier werden gecontroleerd.
- uitleggen waarom er in 1934 in de Jordaan (en andere buurten in Amsterdam) veel werklozen in opstand kwamen (de ‘Jordaanoproer’).
- me inleven in de positie van werklozen in de jaren dertig en daar verslag van doen in een dagboek.