Stap 1: Loopgraven

Bij het uitbreken van de oorlog waren de verschillende grote mogendheden ervan overtuigd dat zij ‘de eerste klap’ konden uitdelen, dankzij hun eigen superieure plannen. Zij overschatten hun eigen mogelijkheden en onderschatten de reacties van de vijand.

Voor het uitdelen van de eerste klap was snelle mobilisatie van de legers nodig. De mobilisering van het Duitse leger verliep goed en snel, maar de Duitsers ondervonden veel meer tegenstand dan ze hadden verwacht. Ze dachten ook dat de Russen veel meer tijd nodig hadden voor hun mobilisatie.

Het idee was om eerst Frankrijk uit te schakelen en daarna de soldaten per trein naar Rusland te sturen om de Russen te verslaan. De snelle overrompeling van de Fransen mislukte. Bovendien vielen meteen in het begin van de oorlog de Russen het oosten van het Duitse Rijk binnen. Ze werden teruggeslagen, maar van een snelle overname van het Russische Rijk was geen sprake meer.

Ook de Engelsen gingen naïef de oorlog in. De bevolking had een geromantiseerd beeld van de oorlog. Massaal meldden jongemannen zich voor het leger aan. Degenen die zich niet aanmeldden werden met de nek aangekeken. De meisjes gaven hen witte veren, symbolen voor lafheid.

Iedereen was ervan overtuigd “weer thuis te zijn als de bladeren vallen.” In werkelijkheid duurde de oorlog ruim vier jaar. De snelle oorlog liep vast in de modder van België en Noord-Frankrijk.

De hel op aarde

Na een week of zes zat er geen beweging meer in het oorlogsfront. De legers groeven zich in om zich beter te kunnen beschermen tegen mitrailleurs en rondvliegende scherven van artilleriegranaten. De ondiepe schuttersputjes werden met elkaar verbonden en dieper uitgegraven. Zo ontstonden er gangen. De loopgraven.

Het werd in de loop der tijd een gecompliceerde frontlijn, opgebouwd uit een wirwar van gangen, verdedigingslinies, bunkers, schuilplaatsen, onderkomens, wapenopstellingen, verbindingsloopgraven en prikkeldraadversperringen.

Tussen de loopgraven van beide kanten ontstond er een niemandsland van enkele meters tot meer dan driehonderd meter breed. Het niemandsland was bezaaid met mijnen, prikkeldraadversperringen en ontelbare kraters van granaatinslagen, meestal gevuld met drabbig groengekleurd water waarin niet zelden lijken van mensen of paarden lagen te rotten.

Voor de soldaten waren de loopgraven de hel op aarde. Ze stonden tot in de knieën in de modder. Alles werd vochtig en smerig en veel soldaten werden ernstig ziek. Als iemand dodelijk getroffen werd of door een ziekte overleed, kon het lijk meestal niet snel worden weggevoerd of begraven. De lijken en de etensresten trokken ratten aan. De soldaten liepen elk moment van de dag (en nacht) gevaar. Een sigaret was op kilometers afstand in het donker te zien en trok de aandacht van sluipschutters. Vanuit de lucht konden ze getroffen worden door een bombardement. En regelmatig werden ze de loopgraaf uitgestuurd in een (vaak zinloze) poging om terrein te winnen en liepen ze de kans om te worden neergemaaid door mitrailleurs. Er vielen zoveel slachtoffers dat je ook beter niet te veel vriendschappen kon sluiten.


 

Zie ook de Schooltv-film: Soldaat in de Eerste Wereldoorlog: een uitzichtloos gevecht.
Maak na het kijken de vragen.