Aletta Jacobs en de strijd voor vrouwenrechten in Nederland.
Ook in Nederland timmerden vrouwen aan de weg om hun positie te verbeteren. Het waren vooral vrouwen uit hogere kringen die actie voerden. Zij hadden er de tijd voor, omdat ze niet mochten werken en er personeel thuis was voor het huishouden. In 1889 richtten vrouwen onder leiding van Wilhelmina Drucker de ‘Vrije Vrouwen Vereeniging’ op om actie te voeren voor meer rechten zoals kiesrecht.
De bekendste voorvechter voor een betere positie van vrouwen was Aletta Jacobs. Ze werd in 1854 geboren als dochter van een huisarts. Van haar ouders kreeg ze de kans om te leren en, nadat ze het examen van leerling-apotheker had gedaan, wilde ze naar de HBS (Hogere Burger School, voorloper van het huidige VWO). Jacobs had een HBS-diploma nodig om aan een universiteit te kunnen studeren.
Dat ze naar het HBS mocht, was al heel bijzonder want in die tijd werden alleen jongens toegelaten. Meisjes moesten naar een school waar ze Frans, Duits, handwerken en goede manieren leerden.
Voor ze klaar was met de HBS, vroeg Jacobs toestemming aan Jan Thorbecke, toen minister van Onderwijs om medicijnen te studeren aan een universiteit zonder eerst een toelatingsexamen te doen. Ze mag van Thorbecke dat examen overslaan en een jaar op proef studeren. In 1871 werd ze toegelaten tot de universiteit van Groningen en ze was daarmee de eerste vrouw op een Nederlandse universiteit. Kort daarna gaf Thorbecke haar toestemming voor de rest van de studie. Aletta Jacobs deed haar artsexamen in 1878. Een jaar later werd ze de eerste vrouwelijke huisarts in Nederland.
Ook zette Jacobs zich in voor kiesrecht voor vrouwen. Alleen mannen hadden kiesrecht en dan alleen de mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden. Ook Jacobs betaalde voldoende belasting, maar had toch geen kiesrecht, omdat ze een vrouw was.
Samen met Wilhelmina Drucker richtte ze in 1894 de 'Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht' op. Die vereniging voerde voortdurend actie overal in Nederland om kiesrecht voor vrouwen ingevoerd te krijgen. In 1903 werd Jacobs voorzitter van deze vereniging. In 1911 en 1912 reisde ze de hele wereld over samen met Carrie Chapman Catt, de voorzitster van de Wereldbond van Vrouwenkiesrecht, om te ijveren voor vrouwenkiesrecht in andere landen.
Naast Jacobs en Drucker verdient Mina Kruseman te worden vermeld, omdat ze actie voerde tegen gedwongen huwelijken, voor (meer) onderwijs voor vrouwen en meisjes en voor recht op een baan voor vrouwen.
Dankzij de inzet van Jacobs, Drucker en Kruseman verbeterde de positie van vrouwen in Nederland. In 1860 werd de eerste school opgericht voor de opleiding van onderwijzeressen. Daarna kwam er een nieuw soort opleiding voor meisjes, de Middelbare Meisjesschool of kortweg MMS (de MMS en de HBS zijn in 1968 vervangen door de HAVO en het VWO).
In 1917 kregen alle vrouwen in Nederland passief kiesrecht. Dat betekent dat ze gekozen mochten worden tot lid van de Eerste of Tweede Kamer, de Provinciale Staten of een gemeenteraad. Een jaar later kregen alle vrouwen in Nederland ook actief kiesrecht, het recht om zelf een stem uit te brengen.
Kijk naar de film “Aletta Jacobs” van SchoolTV. Beantwoord daarna de vragen.