Stap 3 - Facebookrevolutie

Amnesty International zet de sociale media in om mensen te informeren en om actie te voeren. De persvoorlichter Emile Affolter: "We roepen mensen op mee te doen aan acties en te discussiëren over actuele onderwerpen. Een goed voorbeeld van een succesvolle actie via sociale media was een actie over gedwongen huisuitzettingen in Nigeria. We riepen onze supporters via Facebook op direct berichten te plaatsen op de profielpagina van de betrokken gouverneur in Nigeria. Deze man had een serieuze pagina op Facebook, met een professionele profielfoto. Opeens verschenen er veel bezorgde berichten over de geplande uitzettingen op zijn pagina. Dat vond hij niet leuk."

De revolutie in Tunesië is volgens de blogger Sidi Bouziz te danken aan Facebook. In 2008 ontstonden de eerste Tunesische Facebookpagina's. Een op de tien Tunesiërs had binnen een jaar een eigen Facebookpagina. Facebook was zo succesvol dat de Tunesische regering in mei 2009 Facebook verbood. Ook YouTube werd verboden. Een blunder, want iedereen kon nu zien dat Tunesië censuur had. Het verbod op Facebook en YouTube werd snel weer teruggedraaid.

In december 2010 beging de verkoper Mohamed Bouazizi een wanhoopsdaad. Hij zat zonder inkomsten sinds zijn groente- en fruitkraam door de autoriteiten in beslag genomen was. Uit wanhoop en protest stak hij zichzelf in brand. Zijn daad betekende het begin van grootschalige protesten tegen de werkloosheid en het gebrek aan democratie in Tunesië. De berichten gingen als een lopend vuurtje van de ene naar de andere Facebookpagina.
Uiteindelijk vluchtte de Tunesische dictator Ben Ali naar het buitenland. De revolutie in Tunesië staat sindsdien bekend als de ‘Facebookrevolutie’.