Als eindopdracht B houd je een interview met iemand die een groot deel van de opkomst van de microprocessor bewust heeft meegemaakt. De voorkeur gaat uit naar iemand die bij de introductie van de microprocessor in 1971, 20 jaar of ouder was. Als dat niet mogelijk is, mag het ook een jonger iemand zijn die je interviewt.
Stel samen met een klasgenoot interviewvragen op. Probeer met je vragen te ontdekken hoe deze persoon de opkomst van de technologische ontwikkelingen heeft ervaren. Welke herinneringen staan deze persoon nog goed bij?
Probeer zoveel mogelijk verschillende ontwikkelingen te gebruiken in je interview. Denk daarbij aan de opkomst van de rekenmachine, computer, mobiele telefoon, het internet, digitale fotografie, televisie, streamingdiensten enzovoort.
Zorg dat je minimaal 10 vragen hebt.
Tip: neem het interview op, zo kun je het later nog eens rustig terugluisteren.
Vraag wel altijd aan de geinterviewde of hij/zij daar geen bezwaar tegen heeft.
De antwoorden van het interview werk je uit in een document.
Kijk voor je begint nog even in de Gereedschapskist voor handige tips en ideeën.
Bij de beoordeling van het verslag van jullie interview let de docent op het volgende:
Lever jullie interview in bij jullie docent.
|
Interview afnemenJe bevraagt een ander over een bepaald onderwerp. |
|