Protesteren is een manier om je ongenoegen uit te drukken.
Om te laten weten dat je het ergens niet mee eens bent.
En je hoopt dat je protest er toe doet. Dat je iets kunt veranderen.
Protest is van alle tijden. Een bekend voorbeeld komt uit het jaar 1517.
In dat jaar spijkerde Luther 95 stellingen tegen een kerkdeur in Wittenberg in Duitsland. Hij deed dat als protest tegen de misstanden in de katholieke kerk. Zijn volgers werden protestanten genoemd.
Een ander beroemd voorbeeld zijn de protesten van de suffragettes in Engeland aan het begin van de 20e eeuw. Een suffragette is een strijdster voor stemrecht (suffrage is een Frans woord voor stemrecht), want alleen mannen mochten destijds stemmen. De suffragettes ketenden zich vast aan het hek van het parlementsgebouw. Ook gooiden ze zuur in de stembussen waardoor de stemmen onleesbaar werden. In 1918 kregen de suffragettes hun zin: Engeland voerde het vrouwenkiesrecht in (Nederland deed dat een jaar later, in 1919).
Er zijn in de loop van de jaren vele manieren bedacht om te protesteren:
bezetting blokkade boycot fakkeltocht happening |
ludieke actie naaktactie rellen sit-in staking |
demonstratieve optocht lawaaidemonstratie massabijeenkomst stille tocht vlagverbranding |
In de jaren zestig van de afgelopen eeuw protesteerden vooral de jongeren tegen de oorlog en voor de legalisering van abortus en wietgebruik.
Er waren zoveel demonstraties en ludieke acties dat de generatie jongeren uit die tijd ook wel de protestgeneratie wordt genoemd.