Flower power (de kracht van bloemen) is rond 1965 ontstaan op de campus van de universiteit van California. De volgers van flower power werden hippies genoemd.
Flower power was een protest tegen de oorlog, de honger en de armoede in de wereld. Het antwoord op de ellende was: make love, not war. Hippies wilden in harmonie met de natuur leven en verzetten zich tegen het burgerlijke bestaan van hun ouders die te veel met werk, geld en bezit bezig waren. Ze predikten ook de vrije liefde (met dank aan de pil die overal te krijgen was). Veel hippies leefden in communes en experimenteerden met soft drugs.
Je kon hippies herkennen aan hun uiterlijk: lange haren, fleurige kleding, bloemen, haarbanden en slippers of blote voeten.
Hippies geloofden dat muziek mensen bij elkaar konden brengen. Ze organiseerden diverse popfestivals voor ‘days of peace and music’. Bekend zijn het popfestival in Monterey in Californië (1967) met 60.000 bezoekers, Woodstock in Bethel bij New York (1969) met 400.000 bezoekers, het Engelse Isle of Wight Festival (in 1970) met tussen de 600.000 tot 700.000 bezoekers en het Holland Pop Festival in het Rotterdamse Kralingen (1970) met 150.000 bezoekers.Velen zeggen dat de Nederlandse gedoogcultuur in 1970 in Kralingen begonnen is. Soft drugs waren nog steeds verboden, maar politieagenten zagen de hippies wiet en marihuana gebruiken en grepen niet in.