Een presentatie lijkt op een spreekbeurt. Je vertelt over een bepaald onderwerp voor een groep. Daarbij laat je beelden zien, die je bij elkaar hebt gezet in bijvoorbeeld PowerPoint of Prezi. De teksten die je bij je presentatie gebruikt, moeten kort en krachtig zijn. Plaats woorden of korte zinnen daarom puntsgewijs onder elkaar en druk de tekst groot af (20-puntsletter), zodat iedereen het kan lezen.
Zo bereid je een presentatie voor:
Kies de belangrijkste zaken uit je informatie.
Zet alles in de goede volgorde: inleiding - middenstuk - slot.
Maak je PowerPoint of Prezi.
Maak een spiekbriefje met trefwoorden. Tip: In PowerPoint kun je trefwoorden ónder de beelden plaatsen.
Oefen je presentatie voor iemand.
Check of alles goed werkt.
Zo geef je een presentatie:
Houd je spiekbriefje bij de hand als geheugensteun.
Praat kalm en duidelijk.
Spreek met een klein beetje overdrijving, zodat je verhaal goed overkomt bij het publiek.
Let goed op je houding tijdens je presentatie:
- sta rechtop met twee voeten op de grond;
- steek je handen niet in je zakken;
- kijk rustig de klas rond.