Presenteren

Als je een onderzoekje hebt gedaan, een werkstuk hebt gemaakt of een boek hebt gelezen, moet je daarover vaak een presentatie (spreekbeurt) houden voor je klasgenoten. Je presenteert nooit je hele werkstuk of onderzoek, maar je selecteert de belangrijkste informatie.

Die informatie presenteer je met een Powerpointpresentatie, een Prezi of bijvoorbeeld een poster. De tekst en plaatjes moeten je verhaal ondersteunen. De tekst moet dus kort en krachtig zijn. Gebruik daarom losse woorden of hele korte zinnen. Plaats de woorden en zinnen puntsgewijs onder elkaar en druk de tekst zo groot (20-puntsletter) af dat iedereen het kan lezen.

Zo bereid je een presentatie voor.

Zo geef je een presentatie.