Stap 2 - Grondstoffen

De vloek van de grondstoffen

Voor de burgeroorlog (1975-2002) was het voornaamste exportproduct van Angola: koffiebonen. Door de oorlog werd er veel vruchtbare grond verwoest. Tegelijkertijd gebruikten de strijdende partijen de grondstoffen, met name olie en diamanten, voor de financiering van hun strijd.

Na de oorlog kwam de oliewinning helemaal op stoom en op dit moment is Angola – na Nigeria - de belangrijkste olie-exporteur van Afrika. Angola heeft door al die oliedollars een enorme economische groei gekend (met een stijging van 10-14% per jaar), maar heeft ook veel last van wat economen ‘de vloek van de grondstoffen’ noemen.

Wat houdt die vloek in? Er zijn twee zaken die een rol spelen. Op dit moment bestaat meer dan 90% van Angola’s export uit olie. Een land dat zo afhankelijk is van één product is economisch bijzonder kwetsbaar. De regering van Angola heeft het project ‘Angola 2025’ in het leven geroepen om voor meer diversificatie in haar export te zorgen; dus om er voor te zorgen dat er meer verschillende producten geëxporteerd worden. Hoe is nog niet duidelijk.
Het tweede deel van de vloek heeft te maken met het volgende: grondstoffen (en zeker olie) worden betaald in dollars. Als de export stijgt, ontstaat er ook een toename van het aantal dollars dat het land bezit. De dollar zakt daardoor in waarde ten opzichte van de lokale munt (de kwanza).

Het gevolg is dat ondernemers in Angola een slechtere concurrentiepositie op de wereldmarkt hebben en relatief duurder zijn. Ondernemers in de buurlanden (die goedkoper zijn) springen daar graag op in.
Deze vloek verwijst ook naar de ruilvoetverslechtering waarmee Angola te maken heeft. Voor het bedrag dat de export oplevert (de opbrengst van de verkoop van olie), kan Angola minder importproducten terugkopen.
In augustus 2016 werd dat helemaal duidelijk toen het rijke Angola financiële ondersteuning vroeg bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De staatsschuld van Angola liep akelig snel op omdat de prijs voor olie kelderde.

Bespreek ook nu de antwoorden met een klasgenoot.