|
3 |
2 |
1 |
Presentatie |
Spreektempo was goed. Volume was goed. Het was een duidelijk verhaal. Je presentatie duurde 3 minuten. |
Het spreektempo was soms te langzaam of te snel. We konden het niet altijd verstaan. Het verhaal was duidelijk. Je presentatie was iets te kort (2 minuten) of iets te lang (3,5 minuut). |
De presentatie was rommelig. Niet iedereen snapte het verhaal. Het spreektempo en volume kon beter. Je presentatie duurde minder dan 1 minuut, of de juf moest de presentatie onderbreken omdat het langer dan 3 minuten duurde. |
Inhoud |
Je hebt alles benoemd.
|
Er missen 1 a 2 onderdelen. |
Er missen meer dan 2 onderdelen. |
Onderzoek
|
Jullie hebben veel bronnen gebruikt. Jullie hebben snel de informatie gevonden. |
Jullie hebben weinig bronnen gebruikt. Het duurde lang voordat jullie geschikte informatie hebben gevonden. |
Jullie hebben weinig bronnen gebruikt. De informatie die jullie hebben gevonden hoorde niet bij de opdracht. |
Eindscore |
||
9 |
Je hebt deze opdracht uitstekend gemaakt! Ga zo door! |
Je bent een expert! |
4-8 |
Je hebt deze opdracht goed gemaakt, maar sommige onderdelen zijn niet helemaal goed uitgewerkt. Let daar de volgende keer op en het wordt een uitstekende opdracht! |
Je bent goed bezig! |
1-3 |
Je opdracht is niet helemaal gelukt. Maar je hebt nu wat ervaring opgedaan zodat het de volgende keer vast beter gaat! |
Je bent een beginner! |