Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar: iemand/iets doet iets.
In elke taal heb je de volgende vormen:
1e persoon enkelvoud ik
2e persoon enkelvoud jij
3e persoon enkelvoud hij/zij
1e persoon meervoud wij
2e persoon meervoud
jullie
3e persoon meervoud
zij