De vijf oorzaken van Eerste Wereldoorlog benoemen.
Uitleggen wat de vijf oorzaken van de Eerste Wereldoorlog inhouden.
Uitleggen wat de aanleiding is voor de Eerste Wereldoorlog.
Uitleggen wat een loopgravenoorlog is.
Het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven.
Lees de tekst:
De Eerste Wereldoorlog kent vijf oorzaken:
1. Wapenwedloop
Duitsland was vanaf 1871 een keizerrijk onder leiding van Wilhelm I. Het land werd door een snelle industrialisatie een belangrijke economische en militaire macht. De opkomst van Duitsland verstoorde het machtsevenwicht in Europa. Het gevolg was een wapenwedloop waarbij landen probeerden om meer en betere wapens te hebben dan de concurrerende landen.
2. Bondgenootschappen
Duitsland had een bondgenootschap met Oostenrijk-Hongarije en Italië. Frankrijk voelde zich bedreigd en zocht toenadering tot Rusland. In 1907 sloot ook Groot-Brittannië zich aan bij Frankrijk en Rusland om tegenwicht te bieden aan het machtige Duitsland.
Er stonden twee groepen tegenover elkaar: de Centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Italie en bondgenoten) en de Geallieerden (Rusland, Frankrijk, Groot Brittannië en bondgenoten). Bondgenoten beloofden elkaar militaire steun als één van hen werd aangevallen. Door deze wederzijdse beloften werd de kans op een oorlog groter.
3. Rivaliteit Frankrijk – Duitsland
In 1870 verloor Frankrijk een oorlog met de Duitse staten onder leiding van de Pruisen; de Frans-Duitse oorlog. Frankrijk werd militair vernederd en werd gedwongen tot het betalen van forse herstelbetalingen. Ook verloor het de economische belangrijke provincies Elzas en Lotharingen aan Duitsland. Het verlangen naar wraak en genoegdoening in Frankrijk was daarom groot.
4. Imperialisme
De strijd om de koloniën, het imperialisme, versterkte de rivaliteit tussen de landen in Europa. De Duitse keizer Wilhelm II wilde meedoen in de strijd om de koloniën. In korte tijd liet hij een sterke militaire vloot bouwen. Zijn koloniale ambitie was bedreigend voor het koloniale rijk van Groot-Brittannië.
5. Nationalisme
De toenemende rivaliteit tussen de grootmachten in en buiten Europa uitte zich in een sterk opkomend nationalisme. De nationale eer van Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland was in het geding.
De landen voerden een wapenwedloop om de rivalen op militair gebied voor te zijn. De ingevoerde dienstplicht had tot gevolg dat de legers uit miljoenen soldaten bestonden. Toen de oorlog uitbrak gingen veel soldaten optimistisch de oorlog in om de eer van het vaderland te verdedigen.
Opdracht 1:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Oorzaak
Wapenwedloop
Bondgenootschap
Imperialisme
Nationalisme
Opdracht 2:
Noteer de antwoorden van de volgende vragen in je Word document.
1. Waar of niet waar?
Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak was Duitsland een keizerrijk.
2. Kopieer het schema naar je Word document en vul de belangrijkste landen in van de bondgenootschappen:
Centralen
Geallieerden
3. Welk land won de Frans-Duitse oorlog?
4. Leg uit waarom het imperialisme zorgde voor een spanning tussen Duitsland en Engeland.
5. Hoe zorgde het nationalisme voor grote legers?
Lees de tekst:
In juni 1914 werd de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand door een Servische jongeman doodgeschoten. De moordaanslag was deaanleidingvoor het uitbreken van oorlog tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië.Door het ingewikkelde stelsel van bondgenootschappen escaleerde het conflict al snel tot een wereldoorlog. De Geallieerden (Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland, e.a.) vochten tegen de Centralen (Duitsland, Italië en Oostenrijk-Hongarije). Later raakten nog meer landen bij de oorlog betrokken, waaronder de Verenigde Staten in 1917. De Eerste Wereldoorlog is een oorlog waarin niet alleen legers met elkaar vochten; de gehele maatschappij was betrokken bij de oorlog. De oorlog wordt daarom wel eentotale oorloggenoemd.
Om een tweefrontenoorlog te voorkomen, waarbij Duitsland tegelijkertijd tegen Rusland en Frankrijk zou moeten vechten, bedachten de Duitsers het Von Schlieffenplan: Ze wilden via hetneutraleBelgië doorstormen naar Frankrijk en vervolgens Parijs omsingelen. Zodra Frankrijk was verslagen, kon Duitsland zich richten op een eventuele oorlog met Rusland.
Doordat de Russen veel sneller optrokken dan voorzien, konden de Duitsers minder legers inzetten in het westen. Het plan voor een snelle omsingeling van Parijs mislukte. Uiteindelijk werd de Duitse opmars door het Franse en Engelse leger tot stilstand gebracht aan de rivier de Marne. Uiteindelijk werden de Duitsers teruggedrongen tot over de Marne. Beide legers groeven zich in, waarna eenloopgravenoorlogvolgde. Rondom de lijn die liep van de Noordzee tot aan de Zwitserse grens, werd vier jaar lang een verbeten oorlog uitgevochten.
Loopgraaf van de Duitsers
In april 1917 raakten de Verenigde Staten bij de oorlog in Europa betrokken. Dat was een gevolg van de duikbotenoorlog die Duitsland voerde. Met deze strategie wilde het land de bevoorrading van Groot-Brittannië over zee lam leggen. Er werden ook steeds vaker schepen van de Verenigde Staten getorpedeerd. Op 6 april 1917 was de maat vol en verklaarden de Verenigde Staten de oorlog aan Duitsland. Amerikaanse troepen werden naar Europa verscheept waar ze het leger van de geallieerden versterkten.
De Russische revolutie in november 1917 was een tegenvaller voor de geallieerden. Na het uitbreken van de revolutie in Rusland sloot de Russische leiderLenin vrede met Duitsland. Zo kreeg Duitsland de handen vrij in het westen. Duitsland probeerde daarop een doorbraak aan het westelijk front te forceren, maar het Duitse leger was te verzwakt om nog een overwinning te kunnen afdwingen.
De Eerste Wereldoorlog was een oorlog, zoals de mensheid nog niet eerder had meegemaakt. Niet alleen werd de oorlog wereldwijd uitgevochten, maar ook de gebruikte wapens (vliegtuigen en tanks) waren deels nieuw. Een dieptepunt was het veelvuldig gebruik van gifgas, waaraan veel soldaten stierven of invalide van raakten. Hetmoraal van het Duitse leger zakte tot een dieptepunt met de overgave van bondgenoot Oostenrijk-Hongarije. Omdat het leger van de geallieerden inmiddels groeide door de aanvoer van troepen uit de VS, gaven Duitsland en haar bondgenoten zich tenslotte over.Op 11 november 1918 werd dewapenstilstandgesloten. Een direct gevolg van de Eerste Wereldoorlog betrof uiteraard de verwoesting van vele mensen in de betrokken gebieden. Vele jongen mannen (soldaten) waren dood of verminkt en miljoenen burgers waren vluchteling geworden. Ook neutrale landen hadden last van de oorlog. In Nederland bijvoorbeeld was er een kolentekort waardoor treinen minder reden. De handel via zee was deels stil komen liggen, waardoor allerlei tekorten waren ontstaan.
Opdracht 3:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Eerste Wereldoorlog
Aanleiding
Geallieerden
Centralen
Totale oorlog
Tweefrontenoorlog
Von Schlieffenplan
Neutrale
Loopgravenoorlog
Russische Revolutie
Wapenstilstand
Opdracht 4:
Maak in een nieuw Word document een tijdbalk over de gebeurtenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog. LET OP: Er moeten tenminste vier gebeurtenissen in je tijdbalk staan. Als hij klaar is lever je hem in via de ELO.
Opdracht 5:
Lees de tekst en bekijk het filmpje, hierna kun je de toets maken. Van je resultaat maak je een screenshot en deze plak je in je Word-document.
Sarajevo – begin WOI
Op 28 juni 1914 bracht de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand een bezoek aan Sarajevo.
Een student schoot Frans Ferdinand neer.
Deze gebeurtenis wordt wel gezien als de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog.
Bekijk onderstaand videofragment.
Lees de tekst:
Iedereen ging ervan uit dat de Eerste Wereldoorlog maar kort zou duren. Toch werd het een oorlog die veel levens en geld kostte. Duitsland was verwikkeld geraakt in een oorlog op twee fronten. Aan de ene kant vocht Duitsland tegen Frankrijk en aan de andere kant tegen Rusland. Daarom bedacht de chef van de Duitse Generale Staf, generaal Von Schlieffen, een plan om dat te kunnen voorkomen.
De gedachte was dat het Franse leger sneller gevechtsklaar zou zijn dan het Russische. Daarom moest Frankrijk als eerste worden uitgeschakeld. Het Duitse leger zou om de Franse verdedigingsforten heen, door België heen optrekken naar Parijs. Als Parijs zich overgegeven had, kon daarna met Rusland worden afgerekend. De werkelijkheid bleek anders. Toen de Duitsers België binnenvielen, stuitten ze op veel meer tegenstand dan was verwacht. Bovendien bleek Rusland veel sneller gemobiliseerd dan verwacht. Duitsland moest daar extra troepen naar toe sturen en vocht dus alsnog op twee fronten tegelijkertijd. In september 1914 wisten de Duitse legers zich alsnog door België heen te vechten. Ze trokken door Noord-Frankrijk, maar ook de Fransen, bijgestaan door de Engelsen boden grote tegenstand. Bij de rivier de Marne kwam het westelijke front uiteindelijk tot stilstand. De Duitsers groeven zich in. Omdat de Fransen en Engelsen dit ook deden, ontstond er een frontlinie van de Franse kust tot aan Zwitserland.
De loopgraven vormden een stelsel van honderden gangen, kilometers lang. De loopgraven waren goed te verdedigen met machinegeweren, artillerie en prikkeldraad. De aanvaller zou het moeilijk krijgen. Daarom vielen er ook zoveel doden en duurde de oorlog ontzettend lang. De Eerste Wereldoorlog zou vooral bekend worden als een loopgravenoorlog.
Opdracht 6:
Je hebt de tekst gelezen over het ontstaan van de loopgraven. Waarschijnlijk heb je nu een beeld bij hoe dat eruit heeft gezien. Bij deze opdracht ga je dit beeld tekenen. Dit mag via paint of gewoon op een tekenblaadje. (TIP: heb je nog niet echt een beeld, google dan eens wat plaatjes van loopgraven.)
Opdracht 7:
Bedenk een toets van zeven vragen over de oorzaken en het verloop van de Eerste Wereldoorlog.
a. Van de zeven vragen moeten er drie over de oorzaken van de oorlog gaan.
b. Schrijf van alle vragen ook de antwoorden op.
c. Geef ook aan hoeveel punten je per vraag kan halen en hoe het cijfer berekend wordt.
d. Laat de toets maken door een klasgenoot.
e. Kijk de gemaakte toets na en reken het cijfer uit.
f. Vraag hem/haar om feedback op de toets en pas je toets eventueel nog aan.
g. Natuurlijk maak je ook zijn of haar toets en geef je feedback op de toets.
h. Lever je toets in via de ELO.