Paragraaf 4: Bezetting en Jodenvervolging

Leerdoel
Na deze paragraaf kun je:

 

Lees de tekst:
 
Nederland was in 1940 al een eeuw lang een neutraal land, een land dat geen partij koos als er oorlog was. In 1940 schond Hitler de neutraliteit van Nederland. Op 10 mei 1940 trokken Duitse troepen de Nederlandse grens over. Het Nederlandse leger bood fel verzet bij strategische plekken zoals de Afsluitdijk, de Moerdijkbruggen en de Grebbelinie. Omdat de snelle verovering van Nederland stokte, koos Hitler een andere strategie. In de middag van 14 mei 1940 werd de eeuwenoude historische binnenstad van Rotterdam compleet vernietigd door zware bombardementen. De capitulatie van het Nederlandse leger volgde daarna snel. Binnen 5 dagen was Nederland veroverd en had het 5 lange bezettingsjaren voor de boeg. Omdat het verzet tegen de Duitse aanval taaier was dan verwacht, had de Koninklijke familie en de regering voldoende tijd om te vluchten naar Groot-Brittannië en had Nederland een regering en koningshuis in ballingschap. Veel Nederlanders hadden het zwaar te verduren tijdens de Duitse bezetting.
 
De Nederlandse bezetting is opgedeeld in drie fases:
 
1. Gematigde fase Duitse bezetting: 10 mei 1940 - februari 1941
Na vijf oorlogsdagen in mei 1940 waren de oorlogshandelingen in Nederland voorbij. Een klein deel van het Duitse leger bezette Nederland. Het Nederlandse volk werd door Hitler gezien als een 'Brudervolk', sterk verwant aan het Duitse volk. Daarom kreeg het land in plaats van een militair bestuur een burgerlijk bestuur onder leiding van de Oostenrijkse SS'er Seyss Inquart. Doel was om steun te winnen van het Nederlandse volk voor de nationaalsocialistische zaak. Propaganda was daarbij een belangrijk middel.

De in 1931 opgerichte NSB (Nationaal Socialistische Beweging) was extreem rechts en streefde naar een autoritaire staat. Tijdens de oorlog was de NSB de enige toegestane partij. De leider Anton Mussert had een diepe afkeer van de wijze waarop de democratie volgens hem het landsbelang verpestte. Veel hoge ambtenaren, burgemeesters en mensen in het onderwijs werden tijdens de oorlog vervangen door NSB'ers. Een aantal handelde uit volle overtuiging of omdat het moeilijk was om de kans op een mooi baantje te laten schieten. Er waren ook burgemeesters en hoge ambtenaren die bewust kozen voor samenwerking met de Duitsers om zo controle te houden op de situatie. Na de overgave op 15 mei 1940 keerde het 'gewone' leven weer terug. Het merendeel van de Nederlanders probeerde 'onzichtbaar' de oorlogsjaren door te komen.

2. Duitse repressie, opkomst verzet en dwangarbeid: Februari 1941 - najaar 1944
Al aan het eind van het jaar 1940 lieten de Duitse machthebbers hun gematigde houding varen. De meerderheid van het Nederlandse volk liep niet warm voor de nationaal-socialistische zaak. De dwang en beperkingen namen toe en anti-Joodse maatregelen volgden elkaar snel op. Nederland stond vanaf 1941 steeds meer in dienst van de oorlogvoering van Duitsland. De verhouding tussen de Duitse bezetters en de Nederlandse bevolking verslechterde. De mensen kwamen in verzet. Verzet was er in allerlei vormen. Een klein percentage van de bevolking nam actief deel aan gewelddadig verzet tegen het Duitse leger. Op dit soort verzet reageerden de Duitsers met harde straffen en executies. Er was ook verzet zonder gebruik van geweld, bijvoorbeeld om hulp aan onderduikers of neergeschoten geallieerdepiloten.
Het passief verzet in Nederland was veel groter. Stiekem werd geluisterd naar verborgen radiotoestellen. Radio Oranje verzorgde vanuit Engeland dagelijks uitzendingen om de mensen in bezet Nederland te steunen.

Vanaf 1942 organiseerde Duitsland gedwongen tewerkstelling in de Duitse oorlogsindustrie. Miljoenen volwassen mannen uit de bezette gebieden werden gedwongen in Duitsland te werken in werkkampen en fabrieken. In de werkkampen was de sterfte door geweld, ziekte, uitputting en ondervoeding groot. Ongeveer een half miljoen Nederlandse mannen werd naar Duitsland weggevoerd. Ongeveer 30.000 van hen overleefden de oorlog niet.
 
3. Ontregeling en hongersnood: Najaar 1944 - mei 1945
Vanaf 1944 werd het steeds moeilijker om de moeilijkheden te negeren. De maatschappij raakte steeds verder ontregeld en er was schaarste aan producten en levensmiddelen. Om in het levensonderhoud te voorzien werden er voedingsmiddelenbonnen uitgegeven.
Na de invasie van geallieerde troepen in Normandië op 6 juni 1944 (D-day) was de bevrijding van Nederland nabij. De zuidelijke provincies onder de grote rivieren werden in september 1944 bevrijd. Een poging om in september 1944 de grote rivieren over te steken eindigde in een voorlopige nederlaag van geallieerden tijdens de slag om Arnhem, operation Market Garden. Voor de mensen die boven de grote rivieren woonden kwamen de zwaarste maanden uit de oorlog. Zo'n 20.000 mensen in de grote steden vonden de hongerdood in deze hongerwinter. Uiteindelijk was Nederland op 5 mei 1945 in zijn geheel bevrijd.

 

Holocaust in Nederland
Het persoonsbewijs was een identiteitskaart die alle Nederlanders verplicht bij zich moesten hebben. Deze kaart bleek van belangrijke betekentis bij de jodenvervolging. Vanaf het begin van de bezetting werden de antisemitische maatregelen doorgevoerd: Joden werden ontslagen uit beroepen in de ambtenarij, onderwijs en overheid, mochten niet reizen, geen openbare plaatsen zoals bioscopen en parken bezoeken en werden gedwongen geïsoleerd in getto's te leven. In mei 1942 werd de Jodenster ingevoerd, die door joden verplicht op de kleding moest worden gedragen. In de zomer van 1942 werden de eerste Joden naar doorvoerkamp Westerbork gebracht, vanuit door werden zij doorgevoerd naar de inmiddels rap gebouwde concentratiekampen in Duitsland en Polen. Het merendeel van de Nederlandse joden, ruim honderdduizend, werd op die manier vermoord.

 
Opdracht 16:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Neutraal                                                                                  
Capitulatie  
Brudervolk  
NSB  
Verzet  
Operation Market Garden  
Hongerwinter  
Holocaust  
Antisemitische  
Jodenster  
Concentratiekampen  

 

 
 

Opdracht 17:

WOII - 1940

In mei 1940 wordt ook Nederland aangevallen.
Lees de zinnen over de aanval op Nederland.
De zinnen staan nog niet in de juiste volgorde.
Aan jou de opdracht om de zinnen in chronologische volgorde te zetten.

  1. 10 mei 1940: Duitse soldaten vallen Nederland binnen.
  2. Nederland geeft zich over om te voorkomen dat er nog meer steden worden gebombardeerd.
  3. De Duitsers dreigen Rotterdam te bombarderen.
  4. Een groot deel van Nederland wordt al snel veroverd.
  5. Nederlandse soldaten vechten dan toch terug. Ze bieden onverwacht veel weerstand.
  6. 14 mei 1940: Rotterdam wordt gebombardeerd door de duitsers.

Goede volgorde: 1 - ..... - ..... - ..... - ..... - .....
 

Opdracht 18:

Maak de toets, plak een screenshot van je resultaat in je Word-document.

Opdracht 19:

Bekijk het filmpje en maak daarna de toets. Maak een screenshot van je resultaat en plak deze in je Word-document.

 

Opdracht 20:

Maak een stripverhaal over de bezettingsjaren in Nederland. Alle drie de fases moeten erin voorkomen.

Het stripverhaal teken je op een blaadje. Gooi deze niet weg, want je docent moet hem controleren.