“Mijn leven was een doorlopende recordverbetering!”
Ronde van Vlaanderen 1976. De Ronde van Vlaanderen is na Parijs-Roubaix de belangrijkste klassieker. In 1976 waren de twee sterkste renners in zulke wedstrijden de Belgen Freddy Maertens en Roger De Vlaeminck; geen van beide had ooit e Ronde van Vlaanderen gewonnen. Na 160 Kilometer ontstond er een kopgroep van vijf; Walter Planckaert, Moser, Demeyer, meartens en De Vlaeminck. Het was nog honderd kilometer naar de streep – vijfennegentig kilometer werkten de vluchters goed samen. Tegen het eind probeerde Moser verschillende keren te ontsnappen, maar hij werd steeds teruggepakt. Toen hij de vijf kilometer voor het einde nog een keer probeerde sprongen zoals steeds Demyer en Planckeart mee, maar nu liet De Vlaeminck, met Maertens aan zijn wiel, een gaatje vallen.
Maertens en De Vlaeminck waren grote rivalen.
‘dat is De Vlaeminck zijn schuld, ‘dach Maertens, geheel terecht, ‘dan moet hij zelf dat gaatje ook maar weer dicht rijden.’
Hij wachtte af. Het gat werd groter en groter.
‘Hij wil winnen, dus zal hij dat gat wel dicht rijden,’
Dacht Maertens.
‘Hij wil winnen, dus zal hij dat gat wel dicht rijden,’
dacht De Vlaeminck.
Beiden wisten ze dat wie het gat inderdaad zou dicht rijden, zichzelf met die krachtsinspanning zou benadelen en de rivaal bevoordelen. Waar het dus op aankwam was: het geduld bewaren.
Beide renners wisten hun geduld te bewaren, Bravo!
Walter Planckaert won de Ronde van Vlaanderen 1976.
Het boek De Renner gaat over Tim Krabbe, die ook schrijver van het boek is.
Tim Krabbe was vroeger een beroemde wielrenner die in totaal wel meer dan zeshonderd wielerwedstrijden heeft gereden. In dit boek bespreekt hij zijn zeshonderdnegende wedstrijd, dat was een zware klimkoers door Zuid-Frankrijk. Het boek gaat vooral over zijn zeshonderdnegende wedstijd maar er wordt ook soms terug gekeken naar zijn vorige wedstrijden en andere klassieke wedstrijden uit de wieler sport.
De pers over De Renner:
‘Het is aan de ene kant een literair meesterwerk dat om die reden over honderd jaar nog gelezen zal worden, en aan de andere kant is het het beste sportboek in de Nederlandse taal.’
- Nico. Zoals je al kan lezen op de kaft van het boek kan lezen is het een geweldig boek om te lezen. Maar om eerlijk te zijn, dit is een boek voor de doorgewinterde wielrenner die geen genoeg van zijn sport kan hebben. Het is tot nu toe een van de mooist geschreven boeken die ik ooit heb gelezen. Zoals Nico Scheepmaker al zei: “het is aan de ene kant een literair meesterwerk dat om die reden over honderd jaar nog gelezen zal worden.” De zinsopbouw is geweldig en de woordenschat is heel wijd, maar het boek gaat iets teveel over wielrennen. Maar wat verwacht je ook van een boek de De Renner heet.
Ik vond het zelf een heel moeilijk boek om te lezen omdat de schrijver telkens terug gaat naar andere wedstrijden die hij ooit heeft gereden en dat maakt de tekst soms heel verwarrend. Verder worden er ook nog woorden in gebruikt uit de wielersport en dat maakt het soms ook heel verwarrend.
Maar het lijkt mij wel een leuk boek voor de mensen die dol zijn op wielrennen want er wordt ook veel gepraat over de geschiedenis van de fiets wereld maar voor mij was het een beetje te veel.