Paragraaf 2 - Hoe zie jij er uit?

 

Genotype en fenotype
Hoe jij er uit ziet hang van heel veel factoren af. Zoals gelezen in paragraaf 1, is het grotendeels bepaald door de chromosomen die je ouders door gebben gegeven aan jou toen je nog maar een baby was.
Toch hang hier niet alles van af en heeft ook de omgeving waarin je leeft redelijk wat invloed.

Het verschil in deze twee factoren: Aangeboren of omgeving heeft ook een speciale naam die in de biologie vaak wordt gebruikt om deze verschillen aan te geven: fenotype en genotype.

 


Genotype
Om dit wat makkelijker voor jezelf te maken; in het woord genotypen zit het woord: Gen-, en zoals we weten zitten genen op je DNA en dus ook in je chromosmen.
Genotypen is dus ook hoe jij er, volgens jouw chromosmen uit zou moeten zien.

Bijvoorbeeld: Ilse heeft van haar ouders twee keer op een chromosoom het gen voor een blanke huid gekregen. Haar Genotypen is dus blanke huid.

 

Fenotypen ontstaan

Maar stel je voor, het wordt zomer en Ilse gaat gezellig met haar vriendinnen aan het stand liggen zonnen. Na een paar dagen zegt een van haar vriendinnen: "Zeg, Ilse, wat ben jij bruin geworden!" en dit klopt. Door de zon is Ilse inderdaad bruiner geworden.

Maar is heer genotypen nu veranderd? Het antwoord is: nee. Je genotypen kan niet veranderen omdat het al vast ligt. Alle cellen in je lichaam hebben hetzelfde 'recept' wat ervoor zorgt dat het genotypen van je huid blank is. 

Het verschijnsel dat Ilse haar huid is verkleurd betekent wel dat haar fenotype is veranderd. Haar fenotype, toen ze nog niet in de zon had gelegen, was blanke huid. Hetzelfde als haar genotype.
Toen ze wel in de zon had gelegen was het fenotype: donkere huid terwijl haar genotype nogsteeds blanke huid is.


Kort samengevat betekent dit dat: Genotypes niet kunnen veranderen, deze liggen vast op je DNA. Fentoypes daarin tegen kunnen veranderen door invloeden van buiten af zoals de zon maar ook door eigen handelingen zoals: haar verven, tattoage nemen en kleur lenzen in doen.