Papier bestaat hoofdzakelijk uit cellulose. In papier is ook water aanwezig, omdat watermoleculen zich via waterstofbruggen aan cellulosemoleculen hechten. Hieronder is een gedeelte van de structuurformule van een cellulosemolecuul getekend.
Cellulose wordt door water langzaam gehydrolyseerd. H+ ionen versnellen dit proces.
Papier kan door de afbraak van cellulose uit elkaar vallen.
Inktsoorten uit vroegere tijden bevatten vaak opgeloste ijzer(III)zouten.
In het water dat in papier aanwezig is, zijn daarom gehydrateerde Fe3+ ionen, Fe(H2O)63+, aanwezig.
Deze gehydrateerde ionen gedragen zich als een zwak zuur (zie Binas-tabel 49).
Daardoor treedt vooral op plaatsen waar een oude inktsoort op het papier aanwezig is, een versnelde afbraak van de cellulose op.
Onder de inkt wordt de cellulose dikwijls zo sterk aangetast dat het papier er helemaal verdwijnt.
De inkt vreet zich door het papier heen. Dit verschijnsel staat bekend als inktvraat.
Als het zuur in het papier met een base wordt geneutraliseerd voordat de inkt zich door het papier heeft gevreten,
gaat het papier langer mee. Dit effect wordt nog versterkt wanneer op en in het papier een extra voorraad van die
base wordt aangebracht. Men spreekt dan van een alkalische reserve.
Bij een moderne ontzuringsmethode van papier, de bookkeepermethode, gebruikt men magnesiumoxide.
Het magnesiumoxide reageert met de H+ ionen uit het papier. Daarbij worden magnesiumzouten en water gevormd.
De magnesiumzouten blijven in het papier achter; het water wordt uit het papier verwijderd.
Ontzuren van papier volgens de bookkeepermethode verloopt als volgt.
1 Het papier (meestal boeken) wordt in een ontzuringstank O gebracht, waarna de tank wordt afgesloten.
2 Uit een voorraadvat V wordt een fijnverdeelde suspensie van magnesiumoxide in perfluorheptaan (C7F16) gepompt.
De boeken worden in de suspensie voorzichtig heen en weer bewogen.
3 Na twintig minuten wordt de suspensie met het overgebleven magnesiumoxide teruggepompt naar het voorraadvat.
4 Vervolgens wordt de ontzuringstank vacuüm gezogen. Hierdoor worden water en perfluorheptaan (dat nog in het papier is achtergebleven) als damp uit het papier verwijderd.
5 De damp wordt in een condensor C door afkoeling vloeibaar gemaakt.
6 De vloeistoffen worden naar een scheitrechter S gepompt, waar de perfluorheptaan van het water wordt gescheiden.
7 De perfluorheptaan wordt naar het voorraadvat teruggepompt; het water wordt afgevoerd.
8 De boeken, met daarin de gevormde magnesiumzouten en de alkalische reserve, worden uit de ontzuringstank gehaald.
9 Tenslotte wordt de installatie weer in gereedheid gebracht om een volgende portie boeken te ontzuren.
Het hierboven in de punten 1 t/m 9 beschreven proces kan in een blokschema met vier blokken (O, V, C en S) worden weergegeven.
De alkalische reserve wordt uitgedrukt als het massapercentage MgO in het papier.
Het is de bedoeling dat papier dat met de bookkeepermethode is ontzuurd, na de behandeling minimaal een alkalische
reserve van 0,60 massaprocent magnesiumoxide heeft.
Van iedere partij ontzuurd papier wordt direct na de behandeling dit massapercentage bepaald.
Bij deze bepaling worden twee titraties uitgevoerd. Het voorschrift van deze bepaling luidt als volgt:
Bij zo’n bepaling was voor de eerste titratie 16,4 mL natronloog nodig en voor de tweede titratie 19,7 mL.
Na de behandeling neemt het papier langzaam weer water op.
Een deel van het aangebrachte MgO wordt daardoor omgezet tot Mg(OH)2.
Door reactie met koolstofdioxide uit de lucht worden het in het papier aanwezige MgO en Mg(OH)2 gedeeltelijk omgezet tot MgCO3.