pH: zuurtegraad

Zuur kijken...

pH (de zuurtegraad) zegt iets over hoe zuur een oplossing is. De pH van een stof is een getal, hoe lager dit getal, hoe zuurder de oplossing is. De smaak van zuur herken je wel, en hoe zuurder het is hoe grappiger je gezicht wordt. Deze smaak wordt bij vruchten toch vaak niet opgemerkt. Dit komt niet omdat de pH niet laag is, maar vooral omdat er erg veel suiker de smaak van het zuur opheft. de pH veranderd hier echter niet door.

Wanneer het de sterkte van de zuur toeneemt, is het gevaarlijk voor de mens en brandt het overal doorheen. Denk maar eens aan gevaarlijke accuzuur.

De zuurgraad is een schaal met getallen tussen de 0 en de 14.  Raar genoeg is niet 14, maar 0 het zuurst en is een pH van 14 is het tegenovergestelde van zuur: Basisch. In het midden, bij pH = 7 is de stof noch zuur noch basis en dan noemen we de de oplossing neutraal. Zuiver water heeft een pH van precies 7.

Hoe ontstaat een zure oplosssing?

Er zijn bepaalde stoffen die als stofeigenschap hebben, dat ze in een oplossing makkelijk een geladen waterstofatoom (een geladen deeltje noem je een ion, dus eigenlijk moet hier staan waterstof-ion) afstaan. Hoe meer geladen waterstofionen ze afstaan vanuit hun molecuul, hoe zuurder de oplossing is en des te lager de pH. Je meet met de pH dus eigenlijk het aantal vrije waterstof-atomen.

Bij pH 1 zijn er dus veel meer waterstof-ionen aanwezig in de oplossing dan bij een pH van 4.

De pH schaal

Hoe ontstaat een basische stof?

Het tegenovergestelde van een zuur noemen we een base. Basische stoffen hebben een pH boven de 7. Hoe hoger de pH hoe basischer de stof is. De smaak van een base wordt vaak vergeleken met een zeepachtige smaak.


Basische stoffen hebben de stofeigenschap dat ze gemakkelijk een geladen hydroxy-deeltje loslaten(dit zijn OH-ionen, die bestaat uit een zuurstofatoom en een waterstofatoom) .

 

Hoe meer hydroxy-ionen de moleculen loslaten, hoe basischer de oplossing is en des te hoger de pH wordt. Basische stoffen met een hele hoge pH  is een gevaarlijk en bijtende stoffen. Denk maar eens aan natronloog, dit stop je in een verstopte gootsteen en bijt de afvoer weer schoon.

Neutrale stof en neutraliseren

Een neutrale stof is niet zuur en niet basisch, zuiver water is een neutrale stof. Een neutrale stof heeft een pH van 7.

Het goede antwoord hierboven is: de pH zal tussen de 2 en de 7 in komen zitten.  Dit komt omdat citroenzuur een pH van 2 heeft en water een pH van 7. Je verdunt de zure oplossing, hierdoor komt de pH hoger te liggen. Maar de pH kan nooit hoger worden dan 7, omdat water een pH van 7 heeft.

Bepalen van pH

Je kunt op verschillende manieren de pH van een oplossing meten:pH-papier

  1. Met pH papier. Je voegt een druppel van de oplossing op het papier, het papier verandert van kleur. De overeenkomstige kleur op de verpakking laat zien welke pH het is.
     
  2. Indicatoren. Dit zijn stoffen die je toevoegt aan je oplossingen. De indicatoren hebben verschillende kleuren bij verschillende pH’s. Zie de afbeelding hieronder.

    fenoftaline


    Maar ook rode kool verkleurt bij verschillende pH’s.

rode koolsap als indicator

           3. Met een digitale pH-meter. Je kunt dan nauwkeurig aflezen welke pH de oplossing heeft.

Een pH meter