In klas 1 hebben jullie leren werken met de dichtheid. Dit is de grootheid die aangeeft welke masssa een bepaald volume van een stof is. In formule:
โ
โ โโof in symbolen:
In deze formule is het volume (de 'inhoud' of de 'ruimte' die de stof inneemt) bij vloeistoffen in mL, en bij vaste stoffen in cm3. Hierbij moet je weten dat 1 cm3 = 1 mL.
De eenheid van de dichtheid zal dan bij vloeistoffen en vaste stoffen ook verschillen.
In thema 3 van klass 1, heb je al eerder gerekend met dichtheid. Daarom ga je eerst een instaptoets maken. Scoor je hier goed op? Dan werk je gewoon verder met het thema. Anders moet je eerst het onderdeel dichtheid van thema 3 nog even herhalen.
Sla de resultaten van de toets op je laptop op (of maak een printscreen) bespreek met je docent of je verder moet oefenen met dichtheid.