Verbrandingsreacties zijn reacties tussen een brandstof en zuurstof waarbij warmte en licht ontstaat als energievorm.
Een verbranding vindt pas plaats als de omstandigheden goed zijn. Er moeten aan drie voorwaarden voldaan worden voordat er een verbranding plaats vindt. De drie brandvoorwaardes worden vaak in een branddriehoek weergegeven.
Alle drie de voorwaarden moeten aanwezig zijn, wil er een verbranding plaats vinden. Je kunt een verbranding dan ook stoppen, door één of meerdere brandvoorwaarden weg te nemen. De opdracht van dit onderdeel staat geheel in het teken van deze branddriehoek.
We maken tot op heden nog veel gebruik van fossiele brandstoffen als energieleverancier (brandstoffen). In het derde thema over duurzaamheid hebben we het daar al over gehad.
Fossiele brandstoffen zijn grote moleculen die in ieder geval bestaan uit koolstof- en waterstofatomen. De bindingen tussen deze atomen zijn erg energierijk. Ze kosten veel energie om te maken (door middel van fotosynthese bij planten) maar leveren ook veel energie op bij het kapot maken van de bindingen, wat gebeurt bij verbranding.
Neem als voorbeeld de verbranding van methaan (CH4, dat wil zeggen dit molecuul bestaat uit 1 koolstofatoom met 4 waterstofatomen). Bekijk de afbeelding hieronder.
Zoals je kunt zien zijn de beginproducten methaan (brandstof) en zuurstof (verbranding = reactie met zuurstof). Als reactieproducten bij verbranding zijn altijd hetzelfde, namelijk in ieder geval koolstofdioxide en water. Je ziet dus dat een groter molecuul (methaan) met veel energie, door een verbrandingsreactie wordt omgezet in kleinere moleculen. Dit proces levert energie op.
Als alle reactieproducten gelijk zijn bij verbrandingsreactie, geldt dit voor het lichaam ook. En dat klopt. Kijk maar eens naar de onderstaande tekening.