Oefentoets Toepassen en Integreren

  1. De supporters van Feyenoord willen ook wel eens een goede wedstrijd zien en besluiten een reisje naar FC Barcelona te plannen. De afstand Rotterdam naar Barcelona is 1475 km. De gemiddelde snelheid die de bus haalt is 64 km/h. Onderweg moet de bus ook nog over een weegbrug, de massa van de bus met inzittenden blijkt 2.48 ton te zijn. 1 ton staat gelijk aan 1000 kg.
    1. Bereken de tijd die de bus onderweg is van Rotterdam naar Barcelona.
    2. Bereken de massa van de bus in kg.
    3. Bereken de zwaartekracht die op de bus werkt.
    4. Bereken de normaalkracht als de bus met een constante snelheid rijdt.
    5. De nettokracht op de bus is 259 N. Leg uit wat er met de snelheid gebeurt.
  2. De lift

    Top of the Rock is 1 van de mooiste uitkijkpunten over New York. Het gebouw is 259 m hoog. De lift gaat in 49 seconde van boven naar beneden en in 47 seconde van beneden naar boven. Het uit en instappen kost 1 min en 10 seconde.

    1. Maak een X,t-diagram van de lift. Ga er vanuit dat de lift vol begint, dan naar boven gaat, uit- en instappen, dan weer terug naar beneden.
    2. Bereken de gemiddelde snelheid over het deel omhoog.
    3. Bereken de gemiddelde snelheid over de periode van het X,t-diagram.
    4. Tijdens het eerste gedeelte dat de lift stijgt vindt er een versnelling plaats. Maak een schets van de krachten die op dat moment op de lift werken en leg uit hoe groot de nettokracht moet zijn.
    5. Tijdens het tweede gedeelte dat de lift stijgt is de snelheid constant. Maak een schets van de krachten die op dat moment op de lift werken en leg uit hoe groot de nettokracht moet zijn
    6. De lift heeft een maximaal draagvermogen van 48000 N. Een gemiddeld persoon heeft een massa van 85 kg. Bereken hoeveel personen maximaal in de lift kunnen.
  3. Drie wielrenners

    Drie wielrenners laten hun snelheid meten. De gegevens van deze renners staan in afbeelding 1.

    1. Bereken de gemiddelde snelheid van renner 1 en 3 gedurende deze inspanning in m/s
    2. Bereken de gemiddelde snelheid van renner 2 in km/h
    3. Renner 1 krijgt 1 min voorsprong op renner 3. Maak een s,t-diagram van deze situatie en leidt daar uit af wanneer renner 1, renner 3 inhaalt.
    4. De renners gaan alle drie met een constante snelheid. Leg uit hoe groot de nettokracht op renner 1 is gedurende deze inspanning
    5. Leg uit hoe groot de weerstand op renner 2 is ten opzichte van zijn voorwaartse kracht.

Afbeelding 1