4.3.1 opdrachten Krachten tekenen en zwaartekracht

In klas 1 heb je al een hoofdstuk gehad over krachten. Om te kijken wat je daar nog van weet ga je eerst een voorkennistoets maken. Nadat je de toets hebt afgerond laat je de resultaten zien aan je docent voordat je verder gaat met de volgende opdracht.

Theorie

Formule: Fz = m * 10

Fz = zwaartekracht in N

m = massa in kg

 

Kracht heeft een grootte en een richting en wordt getekend als een pijl. De grootte van de pijl stelt de grootte van de kracht voor, om dit te tekenen gebruik je een schaal. De zwaartekracht is altijd naar beneden gericht. De normaalkracht is altijd omhoog gericht. Bij stilstand is de normaalkracht even groot als de zwaartekracht.

 

Oefenopdrachten; Maak gebruik van het stappenplan rekenopdrachten

  1. Bereken de zwaartekracht in N als
    1. De massa is 5.6 kg
    2. De massa is 0.58 kg
    3. De massa 258 g
    4. De massa is 4,5 *102 g
    5. De massa is 895 mg
  2. Bereken de massa in kg als:
    1. De zwaartekracht is 240 N
    2. De zwaartekracht is 0,31 N
    3. De zwaartekracht is 5.5 kN
    4. 4,8 * 105 N
  3. Teken de zwaartekracht en de normaalkracht in onderstaande situaties. De schaal die je hier moet gebruiken is 100 N = 1 cm. Bekijk eventueel het onderstaande instructiefilmpje voor de tekenregels.
    1. De zwaartekracht op een doos is 200 N
    2. De zwaartekracht op een doos is 491 N
    3. De massa van een doos is 48,5 kg

 

Krachten tekenen https://youtu.be/H5_64-Xhz-4