4.3.2 opdrachten nettokracht en snelheid

Bekijk het onderstaande filmpje en maak de opdracht 1 t/m 5

 

  1. Verband tussen nettokracht en snelheid. Maak de onderstaande zinnen af
    1. Wanneer de snelheid constant is dan is de nettokracht .....
    2. Wanneer de snelheid toeneemt dan is de nettokracht ........
    3. Wanneer de snelheid afneemt dan is de nettokracht ...
       
  2. Leg uit wat er gebeurt met de snelheid als
    1. De nettokracht negatief is
    2. De nettokracht positief is
    3. De nettokracht 0 is
       
  3. Bereken de grootte van de weerstand of de voorwaarste kracht in de onderstaande situaties
    1. De nettokracht is 0 en de voorwaartse kracht is 298,8 N
    2. De nettokracht is -20 N en de voorwaartse kracht is 458 N
    3. De nettokracht is 52.58 N en de weerstand is 41.89 N
    4. De nettokracht is -589 N en de weerstand is 8.58 kN
       
  4. Een parachutist van 72,8 kg springt uit een vliegtuig. De eerste 10 seconde van de vrije val ondervindt hij geen weerstand. Tussen seconde 10 en 15 gaat de parachutist met een constante snelheid. Van seconde 15 tot en met zijn landing ondervindt de parachutist een weerstand van 850 N.
    1. Bereken de zwaartekracht op de parachutist.
    2. Leg uit hoe groot de nettokracht op de parachutist is in de eerste 10 seconde.
    3. Leg uit wat er gebeurt met de snelheid van de parachutist in de eerste 10 seconde
    4. Leg uit hoe groot de weerstand is op de parachutist tussen de 10 en 15 seconde.
    5. Bereken de nettokracht op de parachutist tussen seconde 10 en 15.
    6. Bereken de nettokracht op de parachutist na 15 seconde.
    7. Leg uit wat er gebeurt met de snelheid van de parachutist.
       
  5. Een Bungeejumper met een massa van 91,8 kg staat bovenaan een brug. De sprong van de bungeejumer is onder te verdelen in 3 delen. Het eerste deel na de sprong is een vrijeval (zonder weerstand). Het tweede deel, na de vrije val, geeft het elastiek een kracht van 1001 N. Het laatste deel is het laagste punt, daar hangt de bungeejumper gedurende 0,3 seconde stil. Hierna gaat de bungeejumer weer omhoog, maar dat deel laten we bij deze vraag buiten beschouwing.
    1. Bereken de nettokracht in het eerste deel.
    2. Leg uit wat er met de snelheid gebeurt in het eerste deel, gebruik het begrip nettokracht in je antwoord.
    3. Bereken de nettokracht in het tweede deel.
    4. Leg uit wat er met de snelheid gebeurt in het tweede deel, gebruik het begrip nettokracht in je antwoord.
    5. Bereken de weerstand van het elastiek in het derde deel.
    6. Bereken de groote van de nettokracht in het derde deel.